Hoofdstuk V.
Ruimtelijke ordening - Bouwactiviteiten.
-26-
Ruimtelijke Ordening.
In het afgelopen jaar werd concrete vorm gegeven aan de in 1962 door
de gemeenteraad aanvaarde heroriëntatie van de planologische ontwi e-
ling der gemeente voor de periode tot omstreeks I98O. Hoofdelementen
van dit beleid zijn:
- verdere uitleg van het industriepark;
- het scheppen van een zowel economische als planologische eenheid van
de bestaande en toekomstige delen der gemeente, waarbij het meest in
grijpend is de aaneengroeiing van de dorpen Etten en Leur door een
uitleg ten noorden van de spoorlijn met volledige integratie van een
gesaneerde en gemoderniseerde kern Leur;
- op basis van de recente ontwikkeling van de gemeente: stedebouwkun-
dige mogelijkheden voor een harmonieuze uitgroei van de gemeente m e
komende twintig jaar tot ongeveer 30.000 inwoners, waartoe de woning
voorraad uitgebreid moet kunnen worden in deze periode met 3j00 a
4000 woningen;
- uitbreiding van de mogelijkheden, welke de aanleg van he nieuwe
tracé voor rijksweg 56 in de kom van Etten met zich brengt, door het
projecteren van een modern streekkoopcentrum -reeds m aanbouw-,
een open zwembad en een recreatief en instructief aantrekkelij
"Brabantpark" direct ten zuiden van dit nieuwe wegdeel;
- de situering van een nieuw spoorwegstation op een centrale plaats m
de nieuwe stedebouwkundige eenheid Ettenleur met goede structurele
ontsluiting naar alle wijken van de gemeente en naar de dorpskernen
en steden in de omgeving.
Eind 1962 werd een nota over de hoofdlijnen van de planologische
ontwikkeling uitgebrachtwelke nota leidt tot een bevolkingsprognose
omstreeks I98O van een inwoneraantal van minimaal 25.'500 en maximaa
31^500 zielen. Hierop werd het ontwerp voor een nieuw structuurplan
geënt en volledig uitgewerkt, waarbij ook de ontwikkeling van de bebou
wing in phasen is benaderd op basis van de gemiddelde prognose
(I98O: 28.500 inwoners) met ruimte voor een snellere ontwikkeling.
De detaillering van uitbreidingsplannen, welke m de laatste jaren
plaats vond, biedt nu reeds mogelijkheden voor de bouw van ongeveer
2000 woningen in de komende perioden (zie hiertoe het aan dit hoofdstuk
toegevoegde overzicht over de capaciteit van uitbreidingsplannen).
In 1964 zal op basis van genoemd structuurplan bij de gemeenteraad
in behandeling komen een ontwerp voor een herziening van het uitbrei
dingsplan in hoofdzaken, waarin enkele gebieden, waarvoor nog geen
gedetailleerd plan in onderdelen is vastgesteld, voor toekomstige be
bouwing met woningen of fabrieken worden gereserveerd.
De herziening van het uitbreidingsplan in hoofdzaken dient ook aan
te sluiten bij het in april 1963 door het provinciaal bestuur vast
gestelde streekplan voor de natuurschoon- en recreatiegebieden. In de
Baronie van Breda, waartoe ook onze gemeente behoortis hieraan nog
verdere uitwerking gegeven in een groenplan voor de Baronie, welk plan
nog niet definitief is afgerond. Voor de herziening vanions uitbreidings
plan in hoofdzaken heeft dit echter eveneens zekere consequenties.
De nieuwe wet op de ruimtelijke ordening (en de nieuwe woningwet
welke in I962 werd vastgesteld, maar nog niet in werking is getreden,
brengt voor de toekomst belangrijke verruiming van mogelijkhedaiom niet
alleen de bebouwing zelf maar ook de bestemming en het concrete gebruik
hiervan beter te doen aansluiten bij de beoogde planologische opzet,
zowel voor de uitbreidingsplannen als voor de bebouwde kom.
