-5a-
Niet minder als voor de woningbouw dacht ik «-gezien de reële erva
ringen in onze gemeente- past hier aan alle verantwoordelijke instan
ties eeh gewetensonderzoek, of werkelijk alles gedaan en gegeven
wordt wat mogelijk is! Dat met voldoende inzet meer mogelijk isbleeK
in het afgelopen jaar b.v. wel, toen het bestaan van onze land- en
tuinbouwschool, op het spel stond.
Ik wil deze beschouwingen besluiten met een woord van dank aan
Allen, die 1963 voor onze gemeente tot een goed jaar hebben gemaakt.
Zo dank ik U, leden van de raad. Ik betuig mijn erkentelijkheid ook
aan de Rijks, en Provinciale Overheden, aan de Geestelijkheid, de
Industriëlen en de vele andere vertegenwoordigers van het particulier
initiatief, en zeker niet op de laatste plaats aan mijn directe
bestuurlijke en ambtelijke medewerkers.
De pers dank ik ook oprecht voor de steun die onze gemeente
ook in I963 weer, zowel voorlichtend als adviserend, in zo ruime,
mate van haar mocht ontvangen.
Dank zij hun aller medewerking en samenwerking, mag ik ook dit
jaarverslag weer beëindigen met de regelen.
•r. "Etten-Leur
"arbeid voor hun handen
"graan op hun landen
"tijd voor het schone
"plaats om te wonen.
"Etten-Leur".
Moge dit onder Gods onmisbare zegen zo zijn!
1
Etten-Leur, januari 1964.
A.J.A. Oderkerk,
burgemeester
Hoofdstuk II
Bestuursorganen en gemeentelijk apparaat