El j -10- raet betrekking tot de afwerking van de zuiveringsinstallatie. Deze in stallatie werkt nog steeds niet compleet en spreker vreest onprettige reacties door de verregaande staat van vervuiling van de Leurse Haven. Deze zaak klemt nog temeer in verband met de op handen zijnde ruilverkave ling, waarvoor de toestemming ook binnen enkele maanden zal plaats vinden. Hierbij speelt ook mee het inzetten van water uit de Leurse Haven voor de beregening van tuinbouw- en andere gewassen, waaraan enkel maar voldaan kan worden, wanneer het water voldoende zuiver is. De voorzitter zegt, dat het college reeds drie maal schriftelijk op het afwerken van deze zaak heeft aangedrongen. Als de gemeente dit zonder aanvullende subsidies zou doen, dan zouden daardoor weer andere urgenties opzij gesteld moeten worden. Volgens de nieuwe Pinanciele Verhoudingswet zal het beleid van het gemeentebestuur zich moeten kenmerken door het afwegen van de mogelijkheden binnen het kader van de inkomsten en uitgaven. De heer A. Luijkx vraagt of de op handen zijnde ruilverkaveling geen subsidiemogelijkheden langs andere wegen openstelt. De voorzitter zou het zeer toejuichen als de heer Luijkx zou willen bevorderen, dat hierin via de ruilverkavelingscommissie zou worden bijge dragen, in welk geval van gemeentezijde alle mogelijke medewerking zal worden verleend; het probleem weegt zwaar genoeg, zoals moge blijken uit de aandrang die op de C.T.D. en de D.A.C.tf. reeds meermalen is uitgeoefend. De heer van Steen vraagt om het standbeeld van Adriaan van Bergen eens schoon te maken. Verder wijst hij op het ontbreken van een teen. De voorzitter zegt, dat dit bekeken zal worden, evenals het verplaatsen van het beeld naar zijn definitieve nieuwe standplaats. De heer Braat zegt geconstateerd te hebben, dat er nog steeds geen ver betering is ingetreden voor wat betreft de bij de bebouwde kommen gelegen vuilnisstortplaatsen. Ondanks toezeggingen in de commissie openbare werken is hieraan nog niets gebeurd,en spreker zou het erg op prijs stellen, indien deze stortplaatsen verder uit de kom gebracht zouden worden. De voorzitter zegt het met de heer Braat eens te zijn. Alleen weet hij niet waar die stortplaatsen dan wel moeten komen. Hij is onlangs nog langs de stortplaats aan het Beatrixpark gereden en kan zich goed voorstellen, dat de bewoners van de woningen, die thans uitzicht op deze stortplaats gekregen hebben, zich daaraan ergeren. Deze kritiek is ook beslist niet ongegrond. De in de commissie openbare werken gedane suggesties zullen dan ook aan een grondig onderzoek worden onderworpen. De heer Braat wijst bovendien op de onmogelijkheid om op deze stort plaatsen voldoende toezicht te houden. De voorzitter zegt toe een oplossing op korte termijn te zullen be vorderen. De heer Aerts merkt op, dat aan deze zaak nogal wat technische bezwaren kleven. Overigens is hij het ook met de opmerking wel eens. De voorzitter zegt een oplossing te zullen bevorderen, ook al zou deze grotere financiële offers vragen. De heer de Weert vraagt de aandacht voor de slechte toestand van de Hilsebaan tussen de woningen van Boot en van van Nijnatten. De voorzitter zegt, dat dit weggedeelte reeds driemaal gerepareerd is. Niettemin zal een afdoende oplossing gevonden moeten worden. De heer A. Luijkx dankt namens het bestuur van het buurthuis de voor zitter voor de vriendelijke aan het adres van het bestuur gerichte woorden. Namens het bestuur en de gehele Leurse gemeenschap dankt spreker de raad voor het gevolg geven aan de uitnodiging tot het houden van deze vergade ring in "Het Turfschip" en voor de spontane medewerking, die het bestuur van het buurthuis, bij de uitvoering van de bouwplannen e.d., van het gemeentebestuur heeft mogen ondervinden. V J j I 2 "1 o c ■j

Raadsnotulen

Etten-Leur: 1936-1979 | 1964 | | pagina 118