-2- houders voor het vele werk, in het afgelopen jaar verzet. Tenslotte wenst hij bestendiging van een vruchtbare samenwerking in de toekomst. Ook deze dankwoorden worden door de raadsleden met een applaus onderstreept. 3. De concept-notulen van de vergadering van 19 december 1963 worden, met dank voor de samenstelling, ongewijzigd vastgesteld. 4. Aan de lijst van ingekomen stukken, voegt de voorzitter nog toe een ontvangen mededeling van het ministerie, dat eind februari de rijksgoed— keuring voor de bouw van de fabriek voor de N.V. Saarloos tegemoet gezien kan worden. Op verzoek van de heer van Kuijck geeft de voorzitter een toelichting op de stand van zaken met betrekking tot het bouwplan van Mouwen. Met nadruk heeft het college bij gedeputeerde staten aangedrongen op mede werking bij het realiseren van de huidige plannen van de heer Mouwen. Ook de heer C. Luijkx dringt aan op net verlenen van de grootst mogelijke medewerking. Intussen blijkt, dat de Leurse Harmonie "Constantia" de raadsvergade ring met een serenade wenst op te luisteren. Om deze reden stelt de voorzitter voor om voor het gebouw deze hulde in dankbare ontvangst te nemen en schorst daartoe de vergadering0 Na heropening der zitting deelt de voorzitter naar aanleiding van een vraag van de heer de Weert mede, dat het college de stukken betreffende de instelling van een weekmarkt te St. Willebrord ter inzage heeft gelegd, opdat de raad ook in verband met de wat vertekende voorstelling van zaken en de publiciteit hierover geïnformeerd is over de verrich tingen van het gemeentebestuur in deze aangelegenheid. Het gemeentebestuur van Rucphen heeft aan ons, geheel buiten een wettelijke procedure om, verzocht te laten weten of wij bedenkingen dan wel eventueel suggesties hadden ten aanzien van deze in te stellen weekmarkt. In de mening, dat dit een vertrouwelijke correspondentie zou zijn tussen de beide colleges van b. en w. die elkaar, zoals wel meer voorkomt, hun ervaringen uitwisselen, hebben wij hun bericht, dat wij over die instelling niet enthousiast waren, uitsluitend omdat uit de praktijk gebleken is, dat twee weekmarkten in dicht bij elkaar gelegen dorpen niet gewenst zijn. We hebben daar zelf indertijd ervaring mee opgedaan (met de markten in Leur en in Etten). Om economische redenen is een van deze markten afgeschaft. Verder hebben we aan deze mede deling de suggestie verbonden, dat, indien toch tot instelling van een markt wordt overgegaan, gezocht zou worden naar een branche, die in West-Brabant of in elk geval in de naaste omgeving niet aanwezig was. Dit was dus uitdrukkelijk geen formeel bezwaarschrift, omdat we ons dan zouden hebben moeten wenden tot gedeputeerde staten. Toen wij daartoe door dit laatste college in de gelegenheid werden gesteld eventueel bezwaren in te brengen, hebben wij zelfs uitdrukkelijk aan dit college bericht, dat wij beslist géén bezwaar wensen te maken tegen deze markt. Spreker vindt het onprettig, dat deze brief in een openbare raadsver gadering van Rucphen ter sprake is gebracht, want de bedoeling om tegen de bevolking, dan wel tegen het gemeentebestuur iets onaangenaams te zeggen, is ons college vreemd. De heer Arnouts vreest toch, dat de toon van de gevoerde correspon dentie tot een misverstand heeft aanleiding gegeven. De voorzitter herhaalt, dat op een gestelde vraag een collegiaal en eerlijk antwoord is gegeven. Formele bezwaren zijn echter uitdrukkelijk niet bij de bevoegde instantie ingediend.

Raadsnotulen

Etten-Leur: 1936-1979 | 1964 | | pagina 110