mm -68- De voorzitter geeft de heer de Bruijn hierop gelegenheid van antwoord te dienen en deelt mede, dat ook deze nog de aandacht gevestigd heeft op een hiaat in deze overeenkomst, n.l. wel de regeling van een voorkeurs recht ten aanzien van de gedupeerde winkeliers, die kopen, maar niet ten aanzien van de verhuur. Intussen kan spreker melden, dat ten aanzien van deze verhuur eenzelfde voorkeursrecht bestaat, een en ander natuurlijk ook weer onder waarborgen van het A.W.M. (Algemeen Waarborgfonds voor do Middenstand). Dit wordt nader in het contract opgenomen. Verder wil spreker, eveneens op verzoek van de heer de Bruijn, nog trachten gedaan te krijgen, dat, nu bepaald is in punt 8 van het contract dat bij koop de prijs wordt bepaald door de huurprijs van een gelijkwaar dige winkelhet redelijk is, dat deze zakelijke lasten, gekapitaliseerd, van de koopsom worden afgetrokken. Alvorens aan de heer de Bruijn het woord wordt verleend, stelt de heer Aerts het op prijs op te merken, dat de stichting van het streekwinkel- centrum zeer is toe te juichen, oir.dat de inwoners van deze gemeente dan in het algemeen niet meer op Breda en Roosendaal zullen zijn aangewezen. Daarbij stelt hij verder, dat over het algemeen de huidige middenstanda- zaken niet die service kunnen verlenen qua voorraad en accommodatie, als momenteel gewenst is. De heer de Bruijn, aan wie de voorzitter thans het woord verleent, wijst op het grote belang van de te nemen beslissing. Persoonlijk heeft hij van deze zaak een gewetenskwestie gemaakt en er zich ook grondig op voorbereid. Spreker bestrijdt de uitlating van enkele bij de sanering betrokken winkeliers, dat zij niet voldoende voorgelicht zouden zijn. Overigens ontveinst hij zich niet, dat het voor deze mensen erg moeilijk beslissen is. De moeilijkheden komen hierop neer, dat zij vergeten willen, dat de onteigening van hun winkelpanden heeft plaats gehad op basis van herbouw. Het streekwinkelcentrum staat hier buiten. Omtrent de wenselijkheid van stichting van een streekwinkelcentrum heeft spreker zich allereerst laten voorlichten door het C.O.Mr Het door deze instantie aan het gemeentebestuur overgelegde rapport is in nog uitgebreider vorm ook aan het bestuur van de plaatselijke middenstand ter kennis uitgebracht. Een en ander is grondig bestudeerd en toegelicht door de heer Ackers van het C.O.M. De conclusie van dit rapport is positief vóór de stichting van dit streekwinkelcentrum. Verder heeft spreker zich laten voorlichten door het Algemeen Waar borgfonds voor de Middenstand (A.W.M.Dit is landelijk een zeer be langrijk orgaan, dat bovendien ook in dit streekcentrum mee zal spelen, door te bemiddelen bij de credietverleningDe heer Post van het A.W.m! noemde de bouwondernemers volkomen betrouwbaar en het winkelcentrum voor Etten-Leur verantwoord. De winkeliers, die in dit centrum zullen komen worden tevoren door de A.W.M. z.g.n. doorgelicht Dit is ten voordele van de middenstanders. Daarbij weegt de kundigheid het zwaarste (vakman schap, koopmanschap en het goed kunnen beheren van zijn zaak). De crediet- waardigheid komt op de tweede plaats. Spreker heeft zich ook laten inlichten door de Ned. R.K. Middenstands organisatie. De heer Hazekamp, een zeer deskundige op het gebied van winkelcentra en bijv. betrokken bij het plan Mariahoeve in den Haag, heeft namens deze organisatie de besprekingen gevoerd. Ook deze deskundige adviseerde zonder meer tot stichting van dit winkelcentrum pn verklaarde dat de fa. Wildeboer en Meyer zeer gunstig bekend staan. Geïnformeerd naar de reden van het afwijzen van de plannen voor het winkelcentrum in den Haag, noemde de heer Hazekamp het zeer slechte contract van de com binatie Zwolsman en de veel te grote allure van dit winkelcentrum. De rijksmiddenstandsconsulent drs. Joosten liet tijdens oen bespreking uitkomen, dat hij het stichten van dit winkelcentrum ook verantwoord achtte. Met drs. Joosten, die vanaf het begin van de winkelcentrumplannen reeds daarbij betrokken is geweest, is ook het door de gemeente met de fa. Wildeboer en Meyer af te sluiten contract, bestudeerd.

Raadsnotulen

Etten-Leur: 1936-1979 | 1963 | | pagina 249