:s'i-
J
v
-67-
Het is dus uitdrukkelijk niet zo, dat de oorspronkelijke plannen in
ongunstige zin gewijzigd zijn, zoals wel eens wordt beweerd.
Tijdens de hierop volgende discussie bevestigt de voorzitter uit
drukkelijk, naar aanleiding van een vraag van de heer C. Luijkx, dat hij
verschillende besprekingen met de betreffende middenstanders heeft gehad,
o a. bij de rechter-commissaris. Dat enkelen naar deze zitting een des
kundige sturen, omdat ze menen dat deze beter hun belangen kan ver
dedigen, doet aan een en ander natuurlijk niet af, omdat er dan contact
met deze deskundige was. Verder is spreker met geïnteresseerden naar
Dordrecht geweest om zich op de hoogte te stellen van een aldaar reeds
qerealiseerd winkelcentrum. Het bleek echter, dat onderlinge overeen-
„1 niet bereikt kon worden. De eenstemmigheid wordt gemist. Zater-
siemminy
1 is nog een bijeenkomst belegd, waarbij ook de raadsleden zijn
uitqenodig d en uiteindelijk is gisteren nog een bespreking gevoerd,
die rettig is verlopen en waarbij de voorzitter van de middenstand de
leidinq op zich had genomen. Hierbij bleek wél, dat bepaalde
winkeliers nog steeds met irreeele gedachten rondliepen, én ten aanzien
u ^rinwoirpntrum ten zuiden van de rijksweg én ten aanzien van de
van het winKeitw"'»"
herbouwmogelijkhedenOp verzoek van de voorzitter geeft de secretaris
n en ander door een voorbeeld weer in casu door verslag uit te brengen
van de besprekingen en de gang van zaken bij de onderhandelingen met
de betreffende winkeliers, n.l. de heer Gobbens. Overigens beef-
Lve na bedoelde bespreking te kennen gegeven een en ander steeds
verkeerd begrepen te hebben. De billijkheid van de huidige regeling zag
hii nu wel in, zo verklaarde hij.
De heer A Luijkx vraagt zich af, of de herbouwplaats door het te
dichten winkelcentrum niet minder gunstig is komen te liggen.
De voorzitter meent in zijn inleidend betoog duidelijk gesteld te
bben dat door de huidige situatie deze plaats juist belangrijk in
d-'is gestegen. Overigens staat de herbouw der winkelpanden en de
waar eis g l+reekwinkelcentrum volkomen los van elkaar. Dat dit
<5 i rhtinQ v tin neb
I, T-ïiidiidio aan de orde komt, is, zoals hij reeds omstandig heeft
uiteengezet^ enkel »anr in het beinng ven de betreffende winkeliers, die
y kunnen trachten om hun zaak naar dit centrum over
1 nLtsen. Maar bij de bepaling van de onteigemngsvergoedmg kan,
niet mct dit winkelcentrum rekening gehouden.
ma9Denheer A Luijkx vraagt de bijzondere aandacht voor de belangen van
i verdwijnen winkeliers. De voorzitter zegt dat ook met de ontwikke-
7 v-m land en gemeente en de dringende wensen van de bevolking reke-
nina moet worden gehouden. Overigens vraagt de voorzitter zich af of de
u rs die wat verder af zitten niet de gedupeerden zijn? Verder
winkelie de vooriichting van de middenstanders door hun eigen
Tom de gemeente en de fa. Wildeboer en Meyer, zodat beslist niet ge-
h L worden dat de serieuze belangstellende geen kans hoeft gehad
h volledig in deze zaak in te werken.
°m nh er Duynstee stelt vervolgens het verkoopcontract aan de orde
fGd t de stichting van een winkelcentrum in Den Haag onlangs geer
en zegt^ heeft verkregen, o.a. omdat zowel bouw als exploitatie
fiat van gehouden. Deze monopoliepositie achtte men onaanvaard-
b" ^Eenzelfde monopoliepositie bestaat hier echter ook en spreker
vraagt of dit hier wel goed overwogen is.
n oorzitter antwoordt bevestigend, maar bij raadpleging van het
tsH-ïw dat de ondernemers geen misbruik kunnen maken van deze
contract biijK-i.,
POSn!ihêer Duynstee is het hiermede niet geheel eens en acht met name
in "unt 7 van het contract gestelde boete op vervreemding van
f%n 000 - veel te laag. Hij wijst in dit verband op de moeilijkheden
die èr geweest zijn rond de zaken aan de Lijnbaan in Rotterdam.
h -.i'.
v. -i hi!..
ff;:n
;i v.... i
:S.j5Ï jïivi
ii 7 r-,.i:
■Vi •~X>i
•yen i "•■■„■a
i; J
r-.ij
i r
i j
?>-; <Ohï<(.
,f\i-
i
V.SW-V ff.f
.ii'-y
J;
■!y,ï
y ;..W-
i
in-,.-
r '-a - a 1,
i
nu eventueel uuiv xx^y