_Zf.
In een vorige vergadering werd een crediet beschikbaar gesteld
voor de aanleg van een nieuw tracée voor het noordelijk deel
van de Lage Neerstraat, ten zuiden van de spoorlijn naar de
Wilhelminalaan door het meest noordelijk deel van het uitbrei
dingsplan Etten-Oost III.
Na aanleg van dit nieuwe tracée kan de gevaarlijke onbewaakte
overweg in de Lage Neerstraat worden opgeheven. Hiertoe dient
deze overweg echter tevoren aan het openbaar verkeer te worden
onttrokken. Het plan daartoe heeft inmiddels ter inzage gelegen
en er zijn geen bezwaarschriften ingediend, zodat thans v/ordt
voorgesteld te besluiten tot het onttrekken van deze overweg
aan het openbaar verkeer met ingang van de datum, waarop het
nieuwe tracée voor het noordelijk deel van de Lage Neerstraat
in gebruik genomen kan worden.
11. Voorstel van burgemeester en wethouders met advies van de commissie
voor openbare werken en uitbreidingsplannen:
a. tot nadere vaststelling van de 7e wijziging van de gemeentebegroting
1961, waarbij een crediet beschikbaar is gesteld voor de verharding
van ongeveer 5 km landwegen;
Naar aanleiding van een nota van gedeputeerde staten wordt
voorgesteld deze begrotingswijziging nader vast te stellen in
verband met de dekking van deze uitgaven.
b. tot onderhand.se aanbesteding van deze landwegen;
Voorgesteld wordt om de landwegen, welke van asfaltverharding
worden voorzien -t.w, de Hoge Vaartkant, een deel van de Zand-
spuide Bollenstraat, een deel van de Brakkenstraat en Mon
Plaisir- onderhands aan te besteden. Na goedkeuring van gede
puteerde staten kan tot uitvoering worden overgegaan.
Aanbesteding en uitvoering van het tweede deel van het 10 km.
verhardingsplan, nlde verharding met betonklinkers van een
deel van de Hoge Bremberg, een deel van de Zandspui met de
verbinding van Zandspui met Hoge Vaartkant, een deel van de
Brakkenstraat, de Munnikenheiweg en de Lokkerdreef zal vermoe
delijk kunnen plaats vinden in het najaar 1962 of begin 1963.
De nodige rijkssubsidietoezeggingen hiervoor werden inmiddels
ontvangen.
12. Voorstel van burgemeester en wethouders met advies van de commissie
voor de strafverordeningen:
a. tot vaststelling van een benzinepompverordening;
Het wordt gewenst geacht bepaalde voorschriften vast te stellen
voor het plaatsen van benzinepompen buiten de voorwaarden,
die hiervoor op grond van de hinderwet gesteld kunnen worden.
De thans voorgestelde bepalingen beogen o.m. het verzekeren
van de verkeersveiligheid, welke door het plaatsen van nieuwe
benzinepompen in gevaar kan worden gebracht. Op grond van deze
verordening is dus een afzonderlijke vergunning nodig naast de
hinderwetvergunning voor het plaatsen van een benzinepomp; een
dergelijke vergunning kan in de toekomst worden geweigerd of
hieraan kunnen ook nadere voorwaarden worden gesteld, welke
verder reiken dan op grond van de hinderwet mogelijk is. De
commissie voor openbare werken beveelt de vaststelling van deze
verordening aan.
b. tot vaststelling van een wijziging van de gemeentelijke bouwveror
dening;