-36-
Overigens zijn deskundigen van mening, dat een en ander niet aan nala
tigheid te wijten is.
De heer Willemse is van mening, dat deze gebreken te wijten zijn
aan de opgelegde bezuinigingen bij de bouw. Het gebouw is daardoor
"uitgekleed" en dit wreekt zich nu. De architect was goed.
De voorzitter is het hiermede eens en zegt dat ook in dit geval
wel weer gekozen zal zijn tussen het uitgeklede gebouw met rijkssub
sidie of niets. Later moeten die bezuinigingen dan meestal weer,
zonder rijkssubsidie, worden aangebracht Deze gang van zaken acht
spreker ook onbevredigend. Overigens mag dan de architect niet in
discussie gebracht worden, als deze door de opdrachtgever, in casu
de gemeente, gedwongen zou zijn deze bezuinigingen uit te voeren.
Wethouder Pijs zegt ook van oordeel te zijn, dat de architect,
naar de mening van het gemeentebestuur en van de deskundigen, een
goed plan heeft gemaakt. Hierbij dient echter wel overwogen te worden,
dat er in Nederland op dat moment nog geen architect was, die enige
ervaring had met dergelijke gebouwen. Hij is het verder met de op
merkingen van de heer Willemse eens en pleit ook de architect van
alle schuld vrij
Overeenkomstig het voorstel van burgemeester en wethouders wordt
hierna zonder hoofdelijke stemming besloten.
b. Op gelijke wijze wordt besloten tot pachtbeëindiging van gronden ge
legen in het uitbreidingsplan Etten-Zuid, rijksweg e.o. eigendom van
mej.E.M.van den Eijnden, Biss.Molenstraat 25 en verpacht aan respec
tievelijk het St.Elisabeth's Gasthuis, Oranjeplein 8 en de heer
A.van de Borst, Bredaseweg 162.
c. Tenslotte vraagt de voorzitter te besluiten opschuiven van de betaling
der aflossingstermijnen van de aan de N.V.Zwanenburg en Co, te
Zwijndrecht verstrekte hypothecaire geldlening. Deze fabrikant heeft
dit verzoek gedaan, omdat de bouw van deze fabriek door allerlei
omstandigheden is achtergebleven op het schema en de in bedrijfsstel-
üng ook een jaar is opgeschoven. Dit heeft voor de gemeente geen
financiële consequentie omdat wel rente betaald zal worden.
De heer Willemse merkt op dat de stagnatie van deze bouw eenzelfde
oorzaak heeft, als de thans reeds noodzakelijk geachte verbetering
van het instructiezwembad.
Overeenkomstig voorstel wordt hierna besloten.
Rondvraag.
De heer Willemse vraagt en verkrijgt toestemming om te spreken over
de brandveiligheid. Spreker herinnert aan de brand die zijn bedrijf
getroffen heeft en verklaart dat de heer Metsers zijn uiterste best ge-r
daan heeft om verschillende dingen nog te bewaren en te beschermen.
Evenwel betreurt hij het dat van de zijde van burgemeester en wethouders
geen toestemming is gegeven om de Bredase brandweer erbij te roepen,
omdat door deze hulp niet alleen minstens 60 a 70 duizend guïden schade
voorkomen had kunnen worden, maar dat daardoor tevens voorkomen zou
zijn dat verschillende bouwwerken stil zijn komen te liggen.
De voorzitter vraagt wie van de leden van het gemeentebestuur deze
versterking uit Breda geweigerd heeft.
De heer Willemse vervolgt: "Wij hebben daarover verschillende malen
opgebeld naar Breda en naar verschillende andere instanties Daar kreeg
hij te horen dat men eerst een aanvraag van "de gemeente Etten" zelf
moest krijgen.
Op de vraag van de voorzitter of de heer Willemse zich tot een lid
van het college heeft gewend met een dergelijk verzoek, antwoordt de
heer Willemse dat hij zich tot de brandmeester, de heer Metsers, heeft
gewend.
Wethouder Feskens zegt bij deze brand, die zich in een heel snel tempo
voltrok, aanwezig is geweest. Hij was met de kommandant van oordeel, dat
als de brandweer van Breda zou worden opgeroepen, deze bij aankomst niet
veel meer zou kunnen doen. Hij was al geruime tijd ter plaatse aanwezig
t