J» Lente
-126-
Industriële werkgelegenheid - Handel en Ambacht - Land- en.Tuinbouw.
Industriële werkgelegenheid.
Sinds april 195S is ter bevordering van de industrialisatie een rijks-
bouwpremie- en grondprijsreductieregeling van toepassing in aangewezen
kerngemeenten, al dan niet gelegen in z.g.n. probleemgebieden. Naast
structurele werkloosheid speelt vooral in de laatste jaren het streven
naar industriespreiding -de randstad Holland is overvol- hierbij een zeer
grote rol. West-Brabant werd, ondanks veel aandrang daartoe, niet als
probleemgebied aangewezen (aan de door het rijk gestelde norm: vertrek-
overschot, werd hier niet in voldoende mate voldaan). De aanwijzing van
Etten als kerngemeente, de enige in West-Brabant, bleef wel gehandhaafd,
kennelijk omdat gebleken was, dat de industrialisatie in Etten goed was
aangeslagen en deze kern bijzonder geschikt was om een aandeel te leveren
in het industriespreidingsbeleid.
Omstreeks 1950 waren de regelmatig terugkerende grote werkloosheid
in deze streek met veel ongeschoolde arbeiders, een hoog geboorte-over
schot, een vrij grote verborgen werkloosheid in de agrarische bedrijven
en bedrijfjes, het gebrek aan werkgelegenheid in eigen streek, het gebrek
aan plaatselijke scholingsmogelijkheden voor arbeiders en het slechte
woonklimaat de voornaamste oorzaken van het werkgelegenheidsprobleem.
De scholingsmogelijkheden zijn er gekomen, de infrastructuur en het
woonklimaat zijn veel verbeterd -enkele belangrijke voorzieningen zijn
echter beslist nog nodig- en mede hierdoor kon de rijkspremieregeling,
waarvan de grote stimulans voor industrialisatie moest komen, in Etten zo
goed tot haar recht komen. Een belangrijke factor is ook gebleken de
bijzonder gunstige ligging van het industriepark Etten.met goede verbin
dingswegen ten opzichte van de randstad Holland (50 km. van Rotterdam)
en de Euro-markt (centrale ligging tussen Nederland, Ruhrgebied en België,
hetgeen bijvoorbeeld voor de N.V. Isoverbel een beslissende factor vorm
de). Onder deze omstandigheden maakten de ondernemers hier gaarne ge
bruik én van de potentiële ruimte op de arbeidsmarkt in deze streek én
van de rijkspremieregeling. Dit is ook in 1961 in onverminderde mate het
geval geweest, zoals uit de hierna beschreven industriële
aktiviteiten moge blijken. Terwijl de aanvankelijke bezwaren tegen in
dustrievestiging door bovenvermelde klimaatverbetering steeds verder
werden weggenomen, bleef de ruimte op de arbeidsmarkt in het rayon Etten
nog steeds zorgwekkend groot (abnormale omvang van de lange afstands
pendel naar Rotterdam en omgeving (meer dan 1500 uit dit rayon), bijzon
der grote jaarlijkse aanwas van de mannelijke beroepsbevolking in deze
streek (in het rayon Etten reeds 400 per jaar), enz. enz.).
Ondanks alle hoopgevende cijfers in dit verslag -de ontwikkeling 1961
is inderdaad opvallend en de verwachtingen voor 1962 zijn groot- blijft
een geleide voortgang van de industrialisatie zeer beslist geboden én met
het oog op de arbeidsmarkt én als voorwaarde voor het bereiken van die
noodzakelijke voorzieningen, waarop de ondernemers zich bij hun aanzien
lijke investeringen mochten instellen en waarop de tot een ander levens
patroon omgeschakelde bevolking recht heeft.
In de loop van 1961 werd opnieuw 4 ha voor rijkspremie aangewezen.
Gezien het bovenvermelde en de zeer vele gegadigden, waarover wij in het
relaas over de industriële aktiviteiten in 1961 verdere mededelingen
zullen doen, werd eveneens in 1961 aan de Minister het verzoek gericht
tot aanwijzing van nieuw premieterrein in het ten zuiden van de Rijksweg
geprojecteerde industriegebied. De nodige stappen om een en ander te
effectueren zijn inmiddels gedaan.
Nu de 65 ha netto-industrieterrein praktisch zijn uitverkocht, werd nl
door de raad in 1961 tegenover het huidig industriepark ten zuiden van de
Roosendaalseweg voor de industrialisatie op langere termijn ongeveer 70
ha gereserveerd, waarvan echter in dit stadium slechts ongeveer 30 ha
(25 ha tussen Hoge Donk en Vosdonk en 5 ha ten oosten van Vosdonk) tot
industrieterrein werd bestemd.
Hi uitbreidingsplan werd aangevraagd. Teneinde niet
De goedkeuring opdlt u^e^tuf s*n voor 6en deel van dit gebied een
onnodig tijd te verliezen dkeuring hieröp is uitgesloten, zolang
onteigeningsplan vastgeotel (g n terwiji door -het verlenen van
het uitbreidingsplan niet f.jke aankoop, waar mogelijk, wordt voor
opdrachten v°°r twaties,:min P; x tot bouwrijpmaken van een
bereid. Opdracht voor heJ opstelen eveneensPgegeven) terwijl, zoals__
deel van dit terrein 10 h bestuur een verzoek tot aanwijzing
reeds werd vermeld, via neu FUI1 p
van nieuw ri jkspremieterrein te voeren industrialisatie-
Wij vertrouwen dat een OUrst^nzrcht^
beleid op langere termijn, i aangevraagde premieterrein, tot een
tot gedeeltelijke aanwijzing onteigeningsplan en tot een vlotte
snelle goedkeuring van ui bre ding ^()j credleten. Het
goedkeuring van de voor he bouwrijp industrieterrein is urgent. Bij
snel voorradig krijge een bepaald tijdstip mag niet uit het
het beoordelen van de s V algemeen meerdere jaren verlopen
oog verloren worden, dat er vestigingen op thans
„rïn'tfïeg^n indusbiotarrein werkelijk enige invloed op de plaatse-
lijke arbeidsmarkt Hunnen continuatie -geen 'stopzetting of
Ook bij een zekere tempo ndustrialisatie is het met het oog op het
langdurige onderbreking in nieuw industrieterrein gereed te maken
en^ls'premieterrein aangewezen te krijgen. Moge het jaarverslag 1962
in dit opzicht niet ^®^e^e;;orbereiding genomen de vaststelling
Voorts werd eind l^b g aan de uiterste oostrand van de
van een uitbre^irJf P^e strook zal bestemd worden voor klein-industrie,
gereserveerde 70 na. vez aatsen. zij is echter bijna helemaal be-
kleine bedrijfjes en ops gP bedrijfjes uit de kom van het dorp
doe ld. om de overplaa s van kle ijk ken en
(nodig voor de/ltV°®d "Jrialisatie dan ook vrijwel geen betekenis,
heeft voor verdere mdust:r vaststelling van een uitbreidmgs-
Tenslotte werd m 1961 besloten aow &ansfuiting Qp d bestaande
plan in 1962 de mog®J;1il,7 ®ptenberg» aan de Mark nieuwe industriële vesti-
fabriekscomplexen van vaarwater, hier toe te laten, zodat
gingen, die behoeite heb"be - bieden kan. Uiteraard zal de reeele
onze gemeente ook in^ix og dQr n dan hetgeen nodig blijkt te zijn
vormgeving hiervan nier redelijke tijd te kunnen voldoen,
om aan toekomstige aJn^0®ichtenUop de concrete industriële aktiviteiten
Wanneer-wij nu het oog - knjkefeit, dat in dit jaar twee grote
in 1961 dan is wel het ®a^iekPvan de p.y. Zwanenburg en de glaswolfa-
fabrieken, de conservenf aanbouw werden genomen met een fabrieks-
bnek van de N.V. Isover t ig alg aUe andere 15 fabrieken,
oppervlakte die, op Tom industriepark werden gebouwd, tesamen.
die tussen_ 1.951 en 1^61 i daarom niet minder belangrijk, is het
Mogelijk minder opvallen., bestaande bedrijven werd
groot aantal/itbreJ;^^-;a' of in voorbereiding werd genomen. De groei
uitgevoerd of m alta°e^ was fn 196I beduidend groter dan in enig
van aantal arbeidsplaatsen was
jaar op goede gronden een aan-
voorafgaand jaar, terrwia J d&n het aantal verkregen arbeidsplaatsen
was kan worden verwach g 1959. En dit alles ondanks enige
in het industriepark tusse;n r d noemden de lange afstands-
tegenwerkende factoren als j[atseliJke industrie door de
pendel met ongelijke kans loonclasslficatle van Botterdam en
"pendelversierselen en de nog
omstreken. A„nOV7Üds in 1961 ondernomen, om de loonclassi-
Hardnekkige pogingen, voorkeur van heel West-Brabantdichter en
ficatie van Etten-Leur en ^J°°b t arteidSgebied Rotterdam, zoals de
blijven als gevolg van aeze