nsa ■ob rxexiW- btom xxoi.. xia -9- architect opdracht is gegeven een oplossing voor dit probleem te z0®ken 4. *4- -inooTiQ Tpvpïis vGi'zoölci' cLg he Gr 1/1/ ill em 95 desnoods met een grotere uitgave ineens. landbouwschool het- nader ingelicht te worden omtrent het onderhoud van de landbouwschool hel £en napijn «ning ook noga! aan de hoge kant is. De woordt hierop, dat dit onderhoud betrekking heeft op zowel het onderhoiid van de ambtswoning als op dat van de school en indien men dit laats.e in aanmerking neemt niet van een hoog bedrag gesproken kan worden. Hiermede kan de heer Willemse zich verenigen. Ten aanzien van de gemeente-begroting merkt de heer Verheijen op, dab de vergoeding voor de burgemeesterswoning hem onredelijk voorkomi. betaalt niemand in de gemeente voor bewoning een dergelijk grote huur en dit betreft nog wel een practisch afgeschreven en duur te bewonen huis. De voorzitter licht toe, dat de vergoeding voor het gebruik dezer woning wettelijk 12van zijn salaris moet zijn, zodat discussie hierover weinig effect kan hebben. De heer Verheijen zegt hiermede bekend te zijn, maar meent ook te weten, dat de Minister in onredelijke gevallen hiervan kan afwijken. De heer Braat wenst de opvattingen van de heer Verheijen te onderschrijven. Opgemerkt wordt voorts dat het een oud huis betreft, dab in 1930 is gebouwd en liefst een inhoud van 2400 m3 heeft, wat reeds biizonder hoge eisen aan bewoning, verwarming en meubilering stelt. De heer Duijnstee vindt het onjuist, dat de burgemeester die noodgedwongen de gemeente in deze mogelijk waardige maar niet minder oude w0^inS m°et representeren, en daarom ook gedwongen is de hiermede verband houdende hoge representatiekosten aan verwarming en dergelijke te betalen, nu ook nog het volle pond aan huur moet opbrengen. Hij is voorstander van ver- laging van dG huur voor dGZG woning "tol h.G"t voorheen goldonde peilj en dit dan met terugwerkende kracht. De heer Braat sluit zich hierbij aan, temeer omdat dit in feite reeds door de raad bij de behandeling van de vorige begroting is besloten. Deze laatste suggestie wordt door de raad overgenomen.Met algemene stem men besluit de raad hierop het college van burgemeester en wethouders op te dragen die maatregelen te treffen, die tot verlaging, zo mogelijke met terugwerkende kracht van de vergoeding zullen leiden. Hierna wordt zonder hoofdelijke stemming de gemeentebegroting vast gesteld. 15- Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten tot goedkeuring en voor lopige vaststelling van de ontwerp-rekeningen en verslagen voor de dienst 1960 van: a. de Instelling voor Sociale Hulpverlening b. het gemeentelijk grondbedrijf c. het gemeentelijk woningbedrijf d. de dienst van gemeentewerken e. de staat van voor oninbaarverklaring voorgedragen posten, f. de gemeenterekening 1960. Alvorenë overgegaan wordt tot punt 16 van de agenda vraagt de heer van Ginneken het woord. Dit lid vraagt of het voor de toekomst weer niet mogelijk zou zijn de begrotingen etc. gezamenlijk door te nemen in afde lingen van de raad en niet in commissies. De voorzitter valt de heer van Ginneken gaarne bij. Hij zegt toe te zullen bevorderen dat de raadsleden ook die, welke niet commissionair werkzaam zijn, de begroting tevoren zullen kunnen doornemen. Hij acht het mogelijk, dat het reglement van orde dan gewijzigd zal moeten worden. 16. De nota van burgemeester en wethouders over de afwikkeling van het organisatie—onderzoek gemeente-bedrijven wordt voor kennisgeving aange nomen. Daarnaast kan de raad zich verenigen met het voorstel van burge meester en wethouders ten aanzien van de plaats van de diverse dienst gebouwen voor de gemeente-bedrijven en de brandweerkazerne. Zonder hoofdelijke stemming wordt dienovereenkomstig in principe fISV li -iJ'3 v: 'X 1 V' uO 00 X. ilOS 1j B9;, OX 1 "IOC V 9" i ■J o3 .X 0 j .10' o i J. fx C 0.9Q0 6' 0 t 0 '.'I 19 ■iev O 1 Ok v uY i *3

Raadsnotulen

Etten-Leur: 1936-1979 | 1962 | | pagina 136