-32- VIOnteigeniegsplannen en aan- en verkoop van gronden. De gronden, benodigd voor de uitvoering van uitbreidingsplannen, kunnen over bet algemeen langs minnelijke weg «orden verkregen. Met het oog op eventuele moeilijkheden is het gebruik geworden, om tegelijk met de vast stelling van een uitbreidingsplan ook een onteigemngsplan vast te stellen. In dit verband is mede van belang, dat door wijziging van de wet op de vervreemding van landbouwgronden de prijzen van gronden, gelegen m een geldend uitbreidingsplan niet meer aan prijsbeheersing zijn onderworpen. Ande-ziids wordt bij eventuele onteigening een bepaalde methode van prijs bepaling gevolgd, welke een zekere richtlijn vormt bij minnelijke aankopen. De noodzaak van goedkeuring van elk besluit door gedeputeerde staten speelt hierbij uiteraard ook een belangrijke rol. De navolgende onteigeningsplannen werden in I960 in behandeling genomen en verder afgewerkt. 1 Onteigeningsplan Leur-West Bii raadsbesluit van 29 mei 1959 werd besloten tot onteigening over te Ho nprrplen belegen in het zuid-westelijk deel van het uitbrei- dingsplanvoorzover'd? gemeente hiervan de eigendom nog niet had verkre- geniet plan omvatte A ha, t.w. enkele grote percelen langs de zuidrand van het clan de gehele westkant en enkele perceeltjes aan de Korte Brug- I+L Dit nnteigeningsplan kan echter de koninklijke goedkeuring niet verkrijgen, omdat enkele personen uit Leur, nadat het uitbreidingsplan voor Leur door gedeputeerde staten was goedgekeurd, hiertegen in beroep ITZn eegaan bij de Kroon. In verband hiermee had het uitbreidingsplan nog geen rechtskrachtmet het gevolg dat het onteigeningsplan, dat immers strekt ter uitvoering van het uitbreidingsplan, met binnen de wettelijk gestelde termijn kon worden goedgekeurd. Inmiddels werd het grootste deel van de benodigde gronden minnelijk aangekocht^. aantal percelen kon geen overeenstemming worden bereikt. Deze percelen, toebehorende aan 6 eigenaren, werden in een nieuw onteige ningsplan opgenomen, dat op 30 december I960 definitief werd vastgesteld en nadien ter goedkeuring werd ingezonden. In verband met de te verwachten vergroting van dit uitbreidingsplan zal in 1S*1 ook hier weer een aanvul lend voorlopig onteigeningsplan aan de orde gesteld dienen te worden. 2. Onteigeningsplan Leur-Centrum_._ Verwacht wordt, dat in de loop van 1961 overgegaan zal kunnen worden tot het overkluizen van het zuidelijk deel van de Leurse haven. Hiermee zijn wij weer een stap dichter genaderd tot de mogelijkheid, om het dorps centrum te Leur te realiseren. -id xn 1961 zal de totstandkoming van dit plein -tevens winkelcentrum met" alle kracht bevorderd worden. Ook de verbinding tussen dit centrum en de Kerkstraat, lopende langs de noordzijde van het St. Antoniusgesticht zal in voorbereiding worden genomen. Bij een redelijke medewerking van alle betrokkenen kunnen deze plannen in 1961 in uitvoering worden genomen, waardoor in 1962 dit nieuwe centrum, dat voor de gemeenschap Leur van zeer groot belang is, voor een belangrijk deel gerealiseerd kan worden. De benodigde percelen zullen op korte termijn worden getaxeerd. Ten einde te voorkomen, dat de realisering der plannen wordt gestagneerd door eventueel onwillige eigenaren, is op 30 december I960 een plan tot ont eigening voorlopig goedgekeurd. 3Onteigeningsplan zuiveringsinstallatie Dit onteigeningsplan, vastgesteld op 29 mei 1959, is bij koninklijk besluit van 13 oktober 1959, nr. 12 goedgekeurd. Tegen één persoon werd een gerechtelijke onteigeningsprocedure ingezet.

Raadsnotulen

Etten-Leur: 1936-1979 | 1961 | | pagina 165