Ill Bevolkingsgegevens -8- Nadat op 22 december 1959 de 19.000e inwoner was ingeschreven werd op 1 Januari I960 het aantal van 14.029 inwoners bereikt waardoor deze januari w a Rrabant per 1 "januari I960 van de 141 gemeente in inwonertal in Noord-Brabant pei verP-elii- gemeenten de 22e plaats inneemt. kende situatie per 1 januari 1961 is thans nog met bekend. Per 31 decern- ber 1959 kwam het inwoheraantal op 14.394. een toename dus van 370 in- oor, „i pon g-eboorte-overschot van 2i5 U959- 21 d) en een woners ontsta (1959: 284-). Ofschoon deze bevolkingstoename vestigingsoverschot van 155 WW- g& van het ge_ beduidend minder is dan m het topjaa ypy qc-q,3-,) ringer aantalgereedgekomej"«^i^l*0^ioi talking (in I960: 9-dïndIr959f7«-eneemt bevolkingstoename I960 met 25,7 per 1000 in- rilaafq in op het bijgevoegde overzicht over de jaren 1911^/1° I960 (1. 1959 met 36,9 per 1-000 inwoners; 2- 1951 met 27,7 per ï!oOO inwoners)! De toename I960 ligt overigens nog boven het provinciaal °n I^af zonder lij k^o verzichten zijn geboorte- en vestigingsoverschotten nader ontleend, terwijl ook met betrekking tot de overledenen een nadere t0eJior"ïïtIging fnBvS5ek is ook een nadere specificatie gegeven van de gemeenten of landsdelen van waaruit of waarheen deze plaats vonden. Opvallend is hierbij het gr^te aantal vestigingen vanuit gemeenten bui en N°°wïsb?féen overzicht bijgevoegd over de bevolkingsmutaties ge- snlitst naar de r.k. parochieverbanden, de protestants-christelijke ge meenten de overige gezindten en de r.k. gestichten. Hieruit blijkt o.m. ®f! atoename I960 (97) in de (oude) St. Lambertusparochie bijna geheel door het geboorte-overschot wordt veroorzaakt (81) en dat het zwaarte- ount van de bouwactiviteit in 1959 lag in de (nieuwe) H. Hartparochie, waar de toename (231) voor meer dan de helft (135) het gevolg was van een vestigingsoverschot. In tegenstelling met 1959 geeft de parochie Leur een beperkte toename te zien (7). omdat het geboorte-overschot het ver- trekoverschot volledig kon compenseren. Voor 1961 zullen deze cijfers vermoedelijk gunstiger zijn. Opvallend zijn voorts de relatief grote ves tigingsoverschotten var. de protestants-christelijke gemeenten (33) en de overige gezindten (37), terwijl de achteruitgang van de gestichtsbevol- kine (43) ten volle het gevolg is van het aantal overledenen. Voor de binnenlandse migratie is nog een overzicht bijgevoegd dat een nader onderscheid geeft in de gezinsaantallen, kinderen en alleen ^T^aanlieïTIan de geboorten I960 is een nadere specificatie gegeven voor de plaats van herkomst van beide ouders, van de leeftijd van de moeder en van het aantal eerstgeborenen (92) en later geborenen m elk e-ezin (239). (verhouding in I960: 1 tot 2,6). De gemiddelde huwelijksleeftijd was in I960 voor de vrouwen 24,1 jaar 195523,3 jaar) en voor de mannen 27,3 ja-ar (1955* 25,8 jaar}. en slotte is'aan dit hoofdstuk nog een overzicht van de leeftijdsopbouw van de huidige bevolking toegevoegd. Voor 1961 menen wij een hogere bevolkingstoename te mogen verwachten dan in enig jaar tevoren, medegezien het aantal woningen, dat thans in aanbouw is of komt en dat voor het overgrote deel uitdrukkelijk bestemd is voor het mede te brengen of aan te trekken personeel voor nieuwe industrievestigingen of uitbreidingen. Het lijkt ons dan ook allermins uitgesloten dat op 1 januari 1961 het aantal inwoners rond de 15.000 zal llS¥ij'laten nu de hierboven reeds aangeduide overzichten volgen, welke voor het overige naar onze mening geen nadere toelichting behoeven.

Raadsnotulen

Etten-Leur: 1936-1979 | 1961 | | pagina 141