IIBestuursorganen en gemeente li;ik apparaat
Het jaar negentienhonderd en zestig was voor de plaatselijke gemeen-
schan en in het bijzonder voor het gemeentebestuur van grote betekenis
door het verÏrek vin burgemeester J.P. Godwaldt op 15 januari I960,
waarvan wii reeds in het vorige jaarverslag melding maakten en door de
benoeming bij koninklijk besluit van 29 juli I960 van Ui. Oderkerk,
burgemeester van Dussen, tot burgemeester van Etten en Leur met ingang
van 16 augustus I960.
Burgemeester Godwaldt werd in de raadsvergadering van^l4- januari
benoemd tot "ereburger" van de gemeente, niermede werd hij naast veel
andere uitingen van dank namens de plaatselijke bevolking geeerd voor
ziin zeer veel verdienstelijk werk in deze gemeente vanaf 1 september
1952 tot 15 januari I960, welk tijdvak een belangrijke periode m de in
gang zijnde evolutie van Etten en Leur uitmaakte.
fis tweede markant feit noemen we de "intrede" van de nieuwe burgemees
ter welke officieel in een feestelijke omlijsting op 20 augustus I960
olaats vond. Zwart-wit foto's en een dia-verzameling in kleuren -in I960
werd besloten tot aanschaffing van een gemeentelijk projectie-apparaat
over te gaan- zullen vele momenten van de intocht van de burgemeester en
ziin gezin mede in herinnering houden.
Van de gemeenteraad werd weer veel aandacht gevraagd voor het aanzien
en de ontwikkeling van de gemeente. In twaalf raadsvergaderingen werden
de (261) agendapunten in het algemeen snel afgewerkt, maar aan de vast
stelling van de besluiten ging in het college van burgemeester en wethou
ders alsmede in de gemeentelijke commissies van advies of ambtelijk
vaak'een uitvoerige voorbereiding of behandeling vooraf, hetgeen natuur
lijk de vlotheid van behandeling in de raad ten_goede kwam.
Met betrekking tot het werk van de gemeentelijke commissies verwijzen
wij naar het toegevoegde overzicht, waaruit de omvang van hun activi
teiten enigszins blijkt. Dank zij de adviescommissies was het mogelijk
de verschillende aangelegenheden zo afgerond mogelijk aan de raad voor te
leggen. Natuurlijk blijft een belangrijk element van enkele van deze
commissies het samenspel tussen leden van de raad en niet-raadsleden,
waardoor zowel de raad als het college van burgemeester en wethouders
de opvattingen en wensen van op een bepaald gebied bijzonder geïnteres
seerden uit de plaatselijke gemeenschap kunnen beluisteren bij de voor
bereiding van gemeentelijke plannen of maatregelen.
Bovendien kunnen de commissieleden zelf hierdoor steeds op de hoogte
zijn met de overwegingen, die bij het nemen van besluiten hebben gegolden
en het begrip hiervan bij de bevolking of groeperingen bevorderen.
Tenslotte wordt door de toevoeging aan de commissies van adviseurs van
uiteenlopende gemeentelijke diensten een zo breed mogelijke voorlichting
van de commissieleden en tevens een betere coördinatie in de beleids-
voorbereiding en -uitvoering van deze diensten zelf bereikt. In het bij
zonder spreekt dit bijvoorbeeld bij de commissie openbare werken, waarvan
het eind 1959 gewijzigde statuut naar onze mening ook in dit opzicht
een belangrijke winst betekende.
Vanaf deze plaats een bijzonder woord van dank aan allen, die in
commissie-verband hun medewerking aan gemeentelijke activiteiten in
enigerlei vorm hebben verleend.