Bi.ilage 1. "behorende "bi.i de raadsnotulen van 30 .januari 1961. Nieuwjaarsrede, uitgesproken door de burgemeester van Etten en Leur, bij de aanbieding van het gemeentelijk jaarverslag I960. Mijne Heren, Het gemeentebestuur stelt het op prijs U bij het begin van 1961 een verslag over het afgelopen jaar aan te bieden. En dat niet, omdat het de historische denkfout maakt, als zou de ontwikkeling van een gemeente zich per kalenderjaar laten afronden, maar meer in de gedachtengang van een bedrijfsdirectie, die zich verplicht acht eens per jaar verantwoording af te leggen over de wijze, waarop zij de haar toevertrouwde belangen heeft behartigd. En om aan de instanties, wier steun zij niet kan ont beren, die gegevens te verstrekken, die het voor haar verantwoord maken haar steun ook in de toekomst te continueren. Ik meen, dat dit tweeledige doel in dit zorgvuldig samengestelde verslag bereikt wordt, doordat het zowel aan de ingezetenen als naar boven toe de beoogde informatie geeft. Uit dit jaarverslag blijkt immers, dat ook in I960 weer met de voorhanden zijnde mogelijkheden is gewoekerd en dat het jaar I960 geen stilstand heeft betekend, maar integendeel op vele gebieden aanmerkelijke vooruitgang. Zo lag in i960 de bevolkingsaanwas boven het provinciaal en landelijk gemiddelde. Het aantal inwoners vermeerderde met 370 en kwam hierdoor op IA.394-. Verwacht mag worden dat deze groei in 1961 versterkt zal doorgaan zó, dat per 31 december van dit jaar het aantal inwoners rond de 15.000 zal liggen. Ook de bouwaktiviteiten tonen in vergelijking met 1959 weer een gezonde groei. In I960 werd in deze gemeente tot een totaalbedrag van 6.000.000,- aan bouwvergunningen verleend, hetgeen ten opzichte van 1959 sen stijging betekent van ruim 40 De woningvoorraad nam in I960 toe met 175 woningen, waarvan 81 in de woningwetsector en 94 in de particuliere bouw. Daarenboven zijn eind I960 nog in aanbouw genomen een aantal van 290 woningen, waarvan 219 ia He woningwetsector en 71 in de particuliere bouw. Deze laatste woningen kunnen echter eerst in de loop van 1961 betrokken worden. Deze aantallen zijn in feite minder spectaculair dan het lijkt, omdat hiermede nog verre van voldaan kan worden aan de behoeften, die op dit punt alleen reeds bij de nieuw gevestigde industrieën bestaan. Wij moeten, gezien de gemeenschappelijke verantwoordelijkheid tegenover be doelde vestigingen echter vertrouwen, dat ook in 1961 met de huisvestings behoeften van deze bedrijven opnieuw rekening zal worden gehouden, een vertrouwen, dat vanaf deze plaats gaarne en met reden gegeven wordt! Hierbij denk ik tevens aan het honoreren van de zeer vele premie-aanvragen, gemotiveerd door de noodzaak ook aan het kader van de industrieën huis vesting te geven. Dat daarbij een bepaalde uitwijk naar de vrije A-sector zal moeten plaatsvinden, acht ik niet uitgesloten. Het gemeentebestuur heeft zich blijkens raadsbesluit van 2 december I960 reeds positief tegenover deze mogelijkheid geplaatst door vaststelling van een op deze bouw afgestemde garantieregeling. V/ij mogen ook te dezen aanzien ver trouwen, dat deze regeling spoedig goedkeuring zal verwerven; ook hier is dit vertrouwen gebaseerd op de realiteit, dat voor bijzondere situaties op bijzondere behandeling gerekend mocht worden. Belangrijk zijn voor I960 ook weer de cijfers over de industriële expansie. Ook hier is sprake van een gezonde groei. De aanwas van het aantal arbeidsplaatsen bedroeg in 1958: 60; in 1959: 150; in I960: 210, terwijl de verwachting, gezien de thans bekende nieuwe vestigingen en uit breidingen, reëel is, dat deze stijging in de nu komende 3 jaren gemiddeld per jaar 500 zal bedragen. Maar ook deze cijfers worden minder spectaculair, indien men kijkt naar de excessieve lange afstandspendel, die -in de meeste gevallen zeer contre coeur- vanuit dit gebied plaats vindt naar de zgn. versluierde werkloosheid

Raadsnotulen

Etten-Leur: 1936-1979 | 1961 | | pagina 128