- 76-
werkterrein van de burgerlijke overreden, en van al degenen, die zich
daar verantwoordelijk voor weten. Het is nodig dat al degenen die dit
kunnen hun schouders daaronder zetten en dat juist degenen, die, door
ontwikkeling en maatschappelijke positie, meer begrip heoben voor de
croepen, die juist het meest een sociaal culturele verheffing nodig
hohbpn daaraan medewerken.
Ik denk met genoegen terug aan de grootste loyale samenwerking met
het gemeentebestuur in het verleden. Daar hebben we heel veel aan te
k ik zou U Willen vragen om grote aandacht te geven aan deze pro
blemen' aan deze noden, vooral aan de mens in nood, en ik zal zeggen in het
biizonder aan de mens in geestelijke nood.
Kerk en staat bewegen zich wel op een eigen en onderling verse UI
end
Kerk- en siaai x n
ondank. terrein maar /wederzijdse onafhankelijkheid mag er toch geen totale
scheiding sijn! Beiden staan op hetzelfde territorium en beiden zijn
gesteld over dezelfde mensen. Ik geloof overigens, dat het met moeilijk
van Uw kant medewerking vaar de kerk te krijgen, want ik heb
zo deler dagen gedacht, dat Uw naam "Oderkerk" zo ongeveer het pseudo
niem is Van onze kant mag U zeker op onze medewerking rekenen. Wij
kunnen elkaar niet missen, wij wensen U toe, mede namens de andere
en ook U Mevrouw Oderkerk, een genoeglijk, langdurig verblijf
pastoors, andere burgemeester die hogerop gaan. Men heeft
lil ooï al «vaak gezegd, ik hoop dat U nou hier ook U» graf vindt
e° SeLopgdat0hetrukgégeven mag zijn met een wijs beleid en een ïer-
kracht moge geven, .ant^ijn
gen niet m s p.ezin en ook mevrouw Oderkerk, van harte welkom.
um -ï wpnsen U met u gezxn
U graag geluk met deze mooie promotie. En ik mag namens de
andere pastoors U geen bloemen aanbieden, want dat past nou eenmaal
ïïet bil pastoors, dat wij met bloemen komen aandragen, maartij hebben
vim U een boekwerk. Wij hopen, dat het voor U symbool moge zijkan
°n2NadatddeShmg4mIlarde heer Deken aan burgemeester Oderkerk het
boekwerk "De schoonheid van ons Land» heeft overhandigd, verleent de
voorzitter het woord aan ds.Salverda:
Burgemeester en Mevrouw Oderkerk,
„5 mii een voorrecht om aan mijn vreugde ook hier in het open
baar uiting te kunnen geven, vanwege het feit dat U heden geïnstalleerd
Z Tnf burgemeester van Etten en Leur. Heel gaarne wil ik U en de
Swen geluk wensen met dit heugelijke feit. Bet is duidelijk dat ik het
namen* miizelf doe, maar namens een gehele groep. De vergadering
vlu eeen einde hebben wanneer ieder burger zo de gelegenheid kreeg om
1oelens van vreugde bij Uw komst onder woorden te brengen. En ik
de mogelijkheid niet hebben, ware het niet dat ik namens velen spreek
w feliciteren niet alleen U, maar ook ons zelf. En nu heb ik weer
pen ''bp et i e last van dat kleine duiveltje, dat mij ook wel eens op de
preekstoel vergezelt; het duiveltje, dat altijd van die kritische op
merkingen maakt. Die zegt nu,hoe kun je nu de bevolking,-de mensen van
Pttpn en Leur-feliciteren, want je kent de burgemeester nog niet, je
weet helemaal nog niet, wat het voor een magistraat is. Maar wanneer ik
een ander woord gebruikt zou hebben, als dat kritische ventje, nl. hoe
!pp+ ie nu dat het een goede burgervader zal zijn, dan zit m dat woord
"vader" al een noodzaak opgesloten, voor U, om vaderlijk gezag en liefde
te geven De realiteit is, dat wij automatisch nu verzorgd zijn, want
een vader moet nu eenmaal voor zijn kinderen zorgen. Ik wil het uit
een heel ander beeld toelichten. Toen mijn vrouw en ik zouden gaan trou-
wen ik kan het nu zeggen omdat mijn vrouw nog niet aanwezig is, maar
ze weet het hoor, want het is een pijnlijk verhaal voor haar toen we
zouden gaan trouwen, kwamen we bij familieleden. Daar was een klein
nichtje, die keek mijn vrouw eens aan en keek een beetje smartelijk, toen
ze mij gezien had. Ze zei op een gegeven moment"Ik zou die nieuwe
oom geen kus durven geven", blaar ach, zij moet.