I n n "en::,. aij, s Hii meent: "liever strijdende ten onder te moeten gaan, dan...." De heer Aalbers stelt voor af te zien van het besluit tot het in kennis stellen van het misnoegen der gemeente Etten en Leur aan ge deputeerde staten en aan economische zaken Hij zegt dat thans een groot gewestelijk belang op het spel staat en dat het daarom dienstig is een zo groot mogelijke gewestelijke eenheid te tonen. Hij meent, dat deze regeling thans toch nog maar voorlopig is en dat straks bij de definitieve regeling de zaak nogmaals kan worden DeZDe voorzitter deelt mede, dat de stichting definitief is en meent het voorstel van de heer Aalbers ten sterkste te moeten af- radne'heer C Luijkx heeft de indruk, dat de gemeente Etten en Tour met opzet is gepasseerd en dat door de totstandkoming van deze stichting Etten en Leur een andere toekomst tegemoet zal gaan. Hij llbt het wel van belang gedeputeerde staten en economische zaken van het misnoegen in kennis te stellen omdat zowel gedeputeerde laken als economische zaken in belangrijke mate moeten meewerken aan de materiële en culturele verheffing van West-Brabant De heer Willemse vraagt de voorzitter, waarom hetgeen door hem bii de aanvang van de behandeling van dit punt is gezegd, niet aan de raadslfden tevoren ter kennis is gebracht. De voorzitter zegt dat dit uitdrukkelijk niet de bedoeling is geneest. Hetgeen hii heeft gezegd moet «orden besohou.d als een nadere toelichting van burgemeester en wethouders op het aanhangige agendapunt. De heer Verheijen betreurt het, dat de heer God.aldt als oud- burgemeester van Etten en beur deze gemeente blijkbaar zo spoedig is vergeten. De spreuk "uit het oog uit het hart" gaat aldus spreker, hier wel erg snel op. De voorzitter ant.oordt hierop: "Wat zal ik hierop zeggen". De heer Duijnstee zegt, dat men zich wel met misnoegen bij de huidige Rang van zaken kan neerleggen, maar dan zit men met de ge- kozen voS Hij ziet liever, dat de raad het besluit neemt, waar- bij instemming wordt betuigd met het plan, als de vorm van samen werking wordt veranderd. Men behoeft zichzelf dan geen verwijten te maken als de zaak toch in de huidige vorm doorgaat. De voorzitter merkt hierbij nog op, dat de gemeente Etten en Leur reeds herhaaldelijk heeft geprobeerd om tot samenwerking in het gewest te komen. De heer Duijnstee stelt voor om voor hetgeen men gevraagd heeft geen'adhesie te betuigen voor wat betreft de vorm en voorzoveel betreft de doelstelling wel adhesie te betuigen. De voorzitter wil dit voorstel nog gaarne aangevuld zien met een protest tegen de gevolgde weg. De heer Braat zegt, dat het een fout is de idee te wekken, dat de gemeenten zijn samengekomen, daar het de burgemeesters zijn ge weest die bij elkaar zijn gekomen. Hij wil desnoods liever alleen maar protesteren. De heer C. Luijkx vindt de gehele gang van zaken bij de voorbe reiding fout. Tenslotte besluie de raad. 1. in te stemmen met de doelstelling der stichting; 2. bezwaren tegen de vorm kenbaar te maken bij de stichting; 3. adhesiebetuiging te onthouden; 4-, mede te delen, dat Etten en Leur gaarne bereid is een nieuw plan ter beoordeling voor te leggen, indien dit wenselijk wordt geacht. i1 v v

Raadsnotulen

Etten-Leur: 1936-1979 | 1960 | | pagina 141