-20- ningen, welke zonder bedenkelijke gevolgen bezwaarlijk achterwege kunnen blijven in de ontwikkeling, waarin onze gemeente thans ver keert en waardoor zij extra financiële steun niet kan missen. Op dit verzoek over 1959 is nog niet beslist. En nu wij dus zelfs nog in het onzekere verkeren over onze financiële situatie van het afgelopen jaar, nu zal het weinig verwondering wekken dat wij op deze basis bezwaarlijk een duidelijk financieel beleid kunnen aan p-even voor I960. Wij moeten U ronduit zeggen, dat wij op dit moment ook niet kunnen beoordelen in hoeverre het rijk ons in staat zal «tellen de thans geraamde credieten, voorzover deze uitgaan boven reeds eerder aanvaarde credieten, werkelijk te benutten voor de be hoeften van onze plaatselijke gemeenschap. Sinds de aanbieding van de begroting is intussen weer gebleken, Hat de nieuwe wet op de financiële verhouding weer later in werking „1 treden dan aanvankelijk de bedoeling was. Een lichtpunt hierbij ia dat het rijk bereid is ook voor I960 nog verzoeken in behande- te nemen tot herziening van de uitkeringen uit het gemeente fonds op de thans geldende basis. Vooral voor onze gemeente is dit van groot belang met het oog op de omvangrijke objecten en voorzie ningen welke nog direct voor de deur staan en waarvan de jaarlijkse lasten'zo zwaar zijn, dat onze gemeente deze onmogelijk kan dragen. Daarnaast zal toch een voorziening nodig zijn om de sterke toename van de iaarlijks terugkerende uitgaven op de gewone dienst te dekken nu deze hogere uitgaven door de sterke uitbreiding van het straten- net door de toename van het aantal scholen, leerlingen en exploita tie-uitgaven voor het onderwijs, door noodzakelijk grotere zorg voor culturele en sociale voorzieningen, in onze gemeente als het ware onvermijdelijk zijn. De normale procentuele verhogingen van de uitkeringen uit het ge meentefonds en de hogere uitkeringen door de toeneming van het in woneraantal zijn volledig nodig om de stijging m het normale uit- gavenpeil op te vangen, welke het gevolg is van normale prijsstij gingen en loonsverhogingen voor het personeel. Deze normale verho gingen ziin voor onze gemeente ten enenmale onvoldoende. Behalve de extra-uitgaven dus, welke in de onderhoudsramingen tot uiting komen, en welke een direct gevolg zijn van de sterke uitbreiding en bijzon dere ontwikkeling der gemeente, maakte ik reeds melding van de nieuwe kapitaalsobjecten, waarvoor wij ons gesteld zien en ook be slist aan de orde dienen te komen. In het begrotingstekort zijn de financiële gevolgen van deze nog niet uitgevoerde objecten voor het grootste deel nog niet verwerkt, zodat wanneer toestemming tot uitvoering wordt verkregen, het be grotingstekort zonder extra rijksuitkeringen nog verhoogd zal worden. Nu ziin hierbij zeker een aantal objecten, waarvan de urgentie dusdanig is dat hiervoor zeker financiële medewerking van het rijk zal worden verkregen, zij het dan niet altijd in de omvang als wij dat zouden wensen. Dit kan echter slechts geval voor geval worden bezien en behandeld. Belangrijke objecten, die voor de deur staan. Ik wil hier, zonder volledig te zijn, enkele belangrijke objecten noemen, die dit jaar zeker aan de orde zullen komen, voorzover zij niet reeds eerder in Uw raad zijn behandeld. 1. Verbouwing en uitbreiding van het gemeentehuis. De urgentie hiervan staat ook voor rijk en provincie vrijwel vast; het wachten is op de eindbeslissingen, waarna aanbesteding kan plaats vinden.

Raadsnotulen

Etten-Leur: 1936-1979 | 1960 | | pagina 129