-
al)
J 1
1 J
~1D-
Ik wil ook hier nog een bijzondere dank brengen aan de departe
menten en de vele vrienden van Etten en van mij persoonlijk, die
daar zitten, voor de hulp en de medewerking in deze jaren verleend.
Denkt U eens aan Economische Zaken op industrieeel gebied, denkt U
eens aan Sociale' Zaken voor de hulp in de vorm van aanvullende wer
ken denkt U eens aan O.K.W. bij de scholenbouw en aan de hulp te-
samen met Maatschappelijk Werk op sociaal en cultureel terrein,
aan het Ministerie van Wederopbouw en Volkshuisvesting bij de
woningbouw en het verkrijgen van de nodige rijksgoedkeuringen.
Ik dank het provinciaal bestuur voor de geweldige steun op aller
lei gebied. Ook daar heb ik door de wederzijdse arbeid veel vrien
den zitten en ik kan niet nalaten een speciaal woord van dank te
wilden aan Prof. de Quay, de minister-president, maar die ik 12
jaar lang als commissaris heb meegemaakt en voor mij niet alleen
een bezielend voorbeeld was maar altijd ook een steun en een wijze
raadgever en een getuige ook van alle belangrijke gebeurtenissen
111 I^heb even aan de verleiding bloot gestaan om bij dit afscheid
meer mijn gemoed te laten spreken. Ik wil het echter vermijden,
omdat het heus toch al zwaar feenoeg valt. U zult zeggen, U gaat
toch vrijwillig, natuurlijk ga ik vrijwillig, maar als men met zijn
verstand tot een besluit komt kan dan aan het hart geen pijn worden
^Wethouders en raadsleden, ik dank U nogmaals voor de zeven jaren
van gezegende samenwerking, voor de gelukkige jaren in Etten en
Leur voor de prachtige ambtswoning, waarin het heerlijk wonen was,
voor'üw vriendelijkheid en Uw vriendschap.
We leven nog in de Niwuwjaarstijd en ik mag wel besluiten met
een variant op de woorden van Vondel in de Gijsbrecht.
Geliefde stad, wij gaan en komen nimmer weer
Vaarwel mijn Etten-Leur
Verwacht een andere heer.
t i
x X 3
L'.
I V
J ti