-1-
N o tulen van de openbare vergadering van de raad der ge
meente Etten en Leur, welke vergadering in verband met het afscheid
van burgemeester Godwaldt, onder grote publieke belangstelling werd
gehouden in de foyer van het gemeenschapshuis "De Nobelaer" op don
derdag, 14 januari I960, des avonds om 7 uur.
Voorzitter: C.J. Pijs, loco-burgemeester
Secretaris: A.P. Snijders.
Aanwezig: Alle leden, met uitzondering van de heren C.M. Luijkx
en H. van Ginneken, die met kennisgeving
verhinderd waren.
Notulist: W.H.G. Mjs.
Bij zijn aankomst aan het gemeenschapshuis wordt burgemeester
Godwaldt, vergezeld van zijn echtgenote, opgewacht door Leentje
(Helena Maria) Robbeson, die geboren werd op 1 september 1952, de
dag waarop de burgemeester zijn ambt in deze gemeente aanvaardde.
Deze verwelkoming bestond uit een toepasselijk vers en het aanbieden
van een bos bloemen aan mevrouw Godwaldt. Het applaus wat hierna op
klonk was enerzijds bedoeld als een welkom tot burgemeester Godwaldt,
die met echtgenote, voor het laatst als burgemeester van Etten en
Leur aan de raadsvergadertafel plaats nam, en anderzijds als waar
dering voor het vlotte en vrijmoedige optreden van Leentje Robbeson.
1. Wethouder Pijs opent vervolgens de raadsvergadering met gebed en
mede, dat deze vergadering speciaal, en in deze zaal, is be
legd om afscheid te nemen van burgemeester Godwaldt, die thans ruim
7 jaar dit ambt in Etten en Leur heeft vervuld en per 16 januari a.s.
is benoemd tot burgemeester der gemeente Roosendaal en Nispen.
2 Op verzoek van de voorzitter leest de secretaris vervolgens het
ontslagbesluit voor.
t Vervolgens richt de voorzitter zich met het volgende afscheids
woord tot burgemeester en mevrouw Godwaldt:
"Als op mij de taak rust om op deze afscheidsvergadering tot U
burgemeester, het woord te richten dan doe ik dit met gemengde ge
voelens. Gevoelens van veel weemoed, van grote dankbaarheid en een
beetje vreugde. Toen ik een dezer dagen eens rustig zat na te denken
wat ik hier vandaag zou gaan zeggen overviel mij plolseling een ge
voel van onzekerheid. Ik vroeg mij af: Is het wel in het belang van
Etten en Leur als telkens na vrij korte ambtsperioden een bekwaam
stuurman het schip verlaat
Ik heb mij afgevraagd: Zijn wij geen goed burgemeester waard
Ik heb ook mijn geweten onderzocht of het soms aan ons, inwoners van
Etten en Leur, kan liggen dat wij een goed burgemeester niet kunnen
bevredigen of is het werk hier voor een bekwaam magistraat niet aan
trekkelijk
Toen ik zo zat te mijmeren viel mijn oog op een artikel in een tijd
schrift over "de trek van de ooievaars". Ik ben deze trek gaan verge
lijken met het vertrek van onze burgemeester. Oneerbiedig van mij
natuurlijk, maar ik heb me toch getroost en gedacht het zit in de
natuur. Immers de ooievaar is in ons land een zeer geziene vogel en
iedereen is in de weer om hem het verblijf hier zo aangenaam moge
lijk te maken en toch trekt hij in het najaar naar warmere streken,