O
- 7 -
minder dan tlians in vele andere gemeenten moet geschieden, omdat
het niveau van straat- en rioolbelasting in Etten en Leur rela lef
reeds tamelijk laag was geworden onder druk van de omstandigheden.
Overwogen wordt thans -aan de nieuwe richtlijnen wordt dan vol
daan- om de straatbelasting voor gebouwde eigendommen aan verharde
wegen te brengen van 10 op 11% (van de belastbare opbrengst) en
voor gebouwde eigendommen aan onverharde wegen^van^5 op voorns
dient'dan de straatbelasting voor ongebouwde eigendommen aan ver
harde -wegen te worden verhoogd van 10 op 11% en voor ^ongebouwde
eigendommen aan onverharde wegen van 6 op 7%. Het onderden
-"iol ering in de straatbelasting, waarvoor boven de genoemde per
centages 10% werd geheven, behoeft dan thans niet verder te wor
den verhoogd. Dit onderdeel voldoet namelijk ten volle aan de
nieuwe richtlijnen.
20 Voorstel van burgemeester en wethouders met advies van de commissie
van financiën tot het beschikbaarstellen van een crediet voor de aan
sluiting op het waterleidingnet van een aantal panden in de buitenwij
ken van de gemeente door vaststelling van de 86e wijziging van de ge
meentebegroting 1960.
In deze gemeente waren in begin 1960 14 panden nog niet aangeslo
ten op het waterleidingnet, in het algemeen omdat deze onrendabele
aansluitingen meer dan 1.000,— per perceel kosten en de Water
leiding Mij voor percelen boven 1.000,— geen bijdrage beschik
baar kon stellen. Thans is de maatschappij bereidt om 50% van de
aansluitingskosten tussen 500,— en f.3.000,— voor haar
rekening te nemen; in het meerdere doet zij nietsVan de 14
panden, welke in 1960 nog op aansluiting wachten, zijn er 8 die
minder dan 3.000,— per perceel kosten en waarvoor wij nu voor
stellen tot aansluiting te besluiten door van gemeentewege de
resterende 50% bijdrage beschikbaar te stellen.
Er resteren dan nog 6 aansluitingen, die boven de 3-000,— per
perceel komen - de z.g. superonrendabele aansluitingen. Hiervan
zijn 5 percelen gelegen op de Zevenbergseweg; voor twee ervan is
het maken van een dure aansluiting, gezien de toestand der woningen
niet verantwoord, terwijl voor de twee der resterende panden de
kosten, na aftrek van de bijdrage van de Waterleiding Mij, gemid
deld nog 6.000,— muet worden betaald en voor het derde pand
zelfs 14.500,—
Ten aanzien van de superonrendabele aansluitingen wordt thans
overwogen behalve de normale bijdrage van de Waterleiding Mij en
gemeente van elk 50% in de eerste 3-000,— in de kosten boven
f. 3.000,— nog een extra gemeentelijke bijdrage te verlenen van
25% van deze meerdere kosten boven 3-000, zodat de eigenaar
het restant voor zijn rekening zou moeten nemen, indien hij on
danks de abnormaal hoge kosten toch tot aansluiting wil komen.
Voor één der resterende panden Zundertseweg 58) kon op deze basis
aansluiting reeds bereikt worden.
CT\