4
-67-'
n* heer van Steen vraagt of hij de aanvaarding van deze benoe-
;Vn beraad mag houden. Desgevraagd deelt hij mede, dat burge
meester en wethouders in hun voorstel hebben medegedeeld, dat bij
w nnitallen van de aanbeveling speciaal gelet is op de bekwaam-
hoid van de aanbevolen leden. Hij betwijfelt, of hij voor het ver
vullen van deze functie wel bekwaam genoeg geacht kan worden. De
i+ter noemt dit bescheidenheid en acht het onlogisch, dat men
eerst meewerkt aan de instelling van een commissie en daarna
weigert om daarin zitting te nemen. Bovendien hebben burgemeester
weigeru aan de Leurse raadsleden bij de aanbevelingen en
voordrachten een "zware plaats" toegedacht om/de verdeling over de
diverse standen nog maar met eens te spreken. /van_
no Lr van Steen verklaart vervolgens zijn benoeming aan te
Ir de heer A. Luijkx blijft bij zijn weigering,
nemen, Luijkx acht het beter dat de leden, die niet voor een
eventuele benoeming in aanmerking wensen te komen dit vooraf mede-
delen Op een dergelijke vrag van de voorzitter meldt zich echter
nieSndè 2e stemming, die, evenals al de in deze vergadering gehou-
~+*Lingen op dezelfde manier als hierboven uitvoerig beschre-
tot stand'komt, blijkt, dat wederom 15 stemmen zijn uitgebracht
en we7 op de heer Duynstee, 3 stemmen op de heer van Ginneken en
°DedvoorSitïmh^gnat niemand is benoemd, waarna tot de 2e
vri^e stemming voor de vervulling van deze ene plaats wordt overge-
bliiken de heren Duynstee en van Ginneken ieder 7 stemmen
en de heer A. Verehijen 1 stem op zich verenigd/hebben /te.
n! voorzitter deelt mede, dat bij de herstemming de keuze be-
Tc\ i«j tot de heren Duynstee en van Ginneken, die echter zelf
niet mogen medestemmen. Er worden hierna 13 stemmen uitgebracht,
n 7 op de heer van Ginneken en 6 op de heer Duynstee.
WaanIvoorzitter verklaart hierna de heer van Ginneken benoemd en
feliciteert hem en de overige leden van de nieuwe commissie van
financiën met hun uitverkiezing.
q Overeenkomstig het voorstel van burgemeester en wethouders wordt
zónder hoofdelijke ste-ming besloten tot vaststelling van een ver
ordening, regelende de samenstelling en de werkkring van door de
in te stellen vaste commissien van bijstand.
De heer Willemse vraagt n.a.v. dit besluit of het niet wenselijk
i- on een commissie voor de openbare werken te benoemen.
De voorzitter antwoordt, dat een dergelijke commissie hier nooit
heeft bestaan, terwijl overigens deze vraag buiten de orde van de
ne Hij verzoekt de heer Willemse om bij de behandeling
van"agendapunt 22 hierop terug te komen.
10a Op gelijke wijze wordt besloten tot instelling van een vaste
commissie voor het marktwezen.
10b Alvorens tot benoeming van de leden van deze commissie over te
gaan, vraagt de voorzitter of er raadsleden zijn die een eventuele
hpno6inin£C niet cicceptei*efr
De heer A. Luijkx antwoordt hierop, dat hij een eventuele be
noeming niet zal aanvaarden.
Na de le stemming blijken er 15 stembriefjes te zijn ingeleverd
en uitgebracht op de heer W. Luijkx 15 stemmen, op de heer van
Kuijck 8 stemmen, de heer Braat 1 stem, de heren A. Verheijen,