U
rS
O
t:
-62-
6. De heer Aalbers mag na verkregen toestemming van de raad het woord
voeren over de nieuwe raad.
Soreker zegt, dat er in het verleden altijd een prettige samenwerking
in de raad heeft bestaan en hij hoopt dat dit ook in de toekomst zo zal
blijven. Als oudste raadslid meent hij dit als zijn hartewens naar
voren te mogen brengen.
Toch meent hij op gepaste wijze iets te moeten rechtzetten wat hem
de laatste raadsverkiezingen zeer onaangenaam heeft getroffen. Een
hlLoldo groepering heeft bij de verkiezingspropaganda in pamfletten
en dergelijke doen uitkomen alsof het de enige goede katholieke groepe-
nfy in de genieen'te zou zijn.
fiin verdere speech wordt door de voorzitter onderbroken, omdat de
u ,a „i*+ het door hem aangekondigde onderwerp, waarvoor door de raad
isrlëf Tsverlend, dekt, terwijl ook de heren Braat en wethouder Pijs
Ie voorzitter verzoeken om de heer Aalbers het woord te ontnemen.
d» voorzitter zegt dat de aankondiging van het onderwerp, waarover
Aalbers wilde spreken, misleidend was en dat hij nu bezig is
hot houden van een propagandistische bespreking van de gehouden ver
kiezingen. Dit kan hij niet toestaan en hij verzoekt de heer Aalbers om
de sfeer van de vergadering nu niet te vertroebelen."We zoudenV aldus
Sat de voorzitter verder,"het niet meer over de verkiezingen hebben.
Daar staat vanaf heden een punt achter".
L heer Aalbers stemt hiermede m, roept de raad nogmaals op tot een
drachtige samenwerking en doet er verder het zwijgen toe.
Niets meer aan de orde zijnde sluit de voorzitter vervolgens deze
vergadering met gebed.
Vastgesteld in de openbare vergadering
van 12 september 1958.
ecretaris, De voorzitter,
A.P. Snijders. J.P. Godwaldt.