-89-
De financiële situatie van de gemeente.
Ook na het verstrijken van het jaar 1957 kunnen wij U^nog steeds niet
mededelen, dat de gemeente bevrijd is van grote financiële problemen. De
begroting voor 1957 is n°g niet sluitend verkregen. De definitieve bedra
gen van de algemene uitkering uit het gemeentefonds over de jaren 1953
tot en met 1956 zijn vastgesteld op respectievelijk 33>25j j 38,o2,
50,50, 52,78. Voor 1957 en voor 1958 is door U wederom een verzoek
tot verhoging van het bedrag der algemene uitkering uit het gemeente
fonds aangevraagd. Op deze verzoeken is echter nog geen beslissing ont-
vangen. Voor 1957 zal vermoedelijk een verhoging van ongeveer j ~5,oc. per
inwoner worden toegekend, zodat voor 1957 een bedrag van "f 56,60 zal gel
den. Deze uitkering is nog aanzienlijk te laag, wanneer wij nagaan, wat ons
op velerlei terrein nog te doen staat, maar ook wanneer vrij een vergelijking
trekken met verschillende andere gelijksoortige gemeenten.
Wij moeten daarbij in het bijzonder nog rekening houden met het feit, dat
Etten in dit ontwikkelingsgebied zich voor de bijzondere taak ziet^gesteld
om in abnormale omvang grote investeringen te doen, niet alleen die,
welke met het oog op de in gang zijnde industrialisatie noodzakelijk zijn,
doch tevens om een grote achterstand,vooral op het terrein van openbare
werken, in te lopen, welke achterstand zijn oorsprong vindt vóór 19zi0.
Ook het algemeen voorzieningspeil behoeft grote verbetering.^
De huidige situatie op de geld— en kapitaalmarkt brengt nieuwe moei
lijkheden met zich mede. Voor de financiering van de goedgekeurde kapi—
taaisobjecten is het thans niet mogelijk geldleningen te sluiten.
Voor de bouw van woningwetwoningen in door het rijk meo ingang van 13 jb
artikel 56 der woningwet wederom in werking gesteld, waardoor het mogelijk
wordt voor de financiering van de bouw van deze soort woningen rijksvooi
schotten te verkrijgen. Voor de andere kapitaalsobjecten zal de gemeente
zelf moeten trachten financieringsmiddelen aan te trekken.
Wij zullen nu niet uitvoerig meer ingaan op de financiële situatie der
gemeente, omdat vrij in dit opzicht in feite thans ook nog in de mist
varen en omdat bij de behandeling van de begroting 19b8 nog gelegenheid
bestaat deze in nadere beschouwing te nemen.
Xn hoeverre de voorstellen van de commissie ^Oud** met betrekking tot
een nieuwe financiële verhouding tussen rijk en gemeenten, welke mot in
gang van 1959 ten dele zou gaan gelden, voor onze gemeente de zo noodza
kelijke verbetering kan brengen, moet nog worden afgewacht.
Tot slot willen wij hier nog enkele bijzonderheden geven over het verloop
der leningsschulden over 1957 sn een overzicht van de stand dor gemeente
lijke investeringen voor zover deze op de genoemde data nog niet ai ge
schreven waren. In de loop van 195^ werden vaste leningen afgesloten tot
een bedrag van f Z1.0ZK3«976,18, waarvan reeds in 1957 is opgenomen
353.276^18. Gezien de schulden op korte termijn per 1 januari 1957 en
1958, heeft een aantrek van financieringsmiddelen plaats gehad van
3.760.000,hetgeen neerkomt op ongeveer 10.050,per dag. Op 1
januari 1958 bedroeg de schuld op korte termijn in de vorm van kasgeld
leningen en rekening—courant—schulden 5 .04-9» P08,—Om misverstand te
voorkomen merken wij nog op, dat hieronder alles, dus ook woningbouw, is
begrepen