<r c -64 Ontvangsten wegens: Algemeen Ouderdomspensioen Noodwet Ouderdomsvoorziening Invaliditeitsrente Ouderdomswet 1919 Particuliere bijdragen Provinciaal subsidie Totaal 1957 1956: 1955: f 3-033,70 1.78:150 2.845,50 2.305,97 2.510,95 2.127 11,83 195,— 4.222,59 5.541,20 7.299,81 22.765,12 17.347,53 13.939,08 32.339,21 28.245,18 25.342,81 Instel_ling_v£or_Jo;ci!ale_^u_l2ver_lening. De werkzaamheden van de Instelling voor Sociale Hulpverlening houden ten nauwste verband met het werk van de particuliere organen, die op het terrein van het maatschappelijk werk werkzaam zijn. Deze particuliere or-^ ganen, zoals de Vincentiusverenigingen, kerkelijke armbesturen, afdeli van het Wit-Gele Kruis e.d., zijn gebundeld m twee parochiële centra, ui het parochiëel sociaal charitatief centrum Etten en het parochieel sociaal charitatief centrum Leur. Deze centra hebben een werkgroep, waarin van iedere charitatieve vereniging één vertegenwoordiger is opgenomen. De bei de parochiële centra worden overkoepeld door het interparochieel een iurn, welk centrum 2 maatschappelijke werksters in dienst heeft. Dit inter parochiëel centrum heeft geen ander doel, dan de organisatie als zo^-ig te behartigen en doet derhalve geen maatschappelijk werk. Ook de parochi ële centra als zodanig doen geen uitvoerend, maar wel algemeen maatschap ■peliik werk in die zin, dat in de werkgroepen de door de maatschappelijk werkster aangebrachte gevallen ter sprake worden gebracht en aldaar woru, beslist aan welk orgaan een verzoek om hulpverlening zal worden gedaan In gevallen van eenmalige hulpverlening zal veelal een particulier orgaa.i; zoals de Vincentiusverenigingen e.d. met de uitvoering worden belas... In leef omvangrijke of duurzame gevallen wordt alsdan door de werkgroep, onder overlegging van het rapport van de maatschappelijk werkster, een verzoek gericht aan de Instelling voor Sociale Hulpverlening. Indien net gevraagde bedrag door de Instelling wordt toegekend zal ook vee a een particulier orgaan met de uitvoering worden belast. Alsdan heeft dit par ticulier orgaan het gehele geval in__zorg, terwijl de Instelling alleen een subsidiaire taak heeft (financieel en administratief). Uiteraard is de bovengeschetste gang van zaken een zuiver theoretischeer schort hier aan in de practijk nog al eens het een en ander. De practijk heeft u.^ ^ge wezen, dat het voor de particuliere organen veelal de moeilijkheid i.-, cm^ controle uit te oefenen op de financiële situatie in de gezinnen, die zij in zorg hebben. Een geleidelijke verbetering valt hierin evenwel te onder kennen. Van de 32 gevallen, die per 1 januari 1958 periodiek in uitkering zijn, zijn er 15 bij de particuliere organen in zorg. Deze particuliere organen betalen via huisbezoeksters de ondersteuning uit en behartigen de materiële en immateriële belangen van deze gezinnen. Verreweg de meeste gevallen, die in de vergaderingen van de Instelling worden behandeld, wor den via deze particuliere organen aangebracht. In enkele gevallen wordt door de Instelling aan de maatschappelijk werkster een rapport gevraagd. De Instelling voor Sociale Hulpverlening vergaderde in het jaar J.938 10 maal. Gedurende het jaar 1957 werden door de Instelling 48 gezinshoofden en alleenstaanden min of meer regelmatig ondersteund. Hiervan kunnen de navolgende nadere gegevens worden vermeld: It ft It tt ft ft 9 tt tl tt It tt

Raadsnotulen

Etten-Leur: 1936-1979 | 1958 | | pagina 178