0
f
-13-
III. Huisvesti
ng
A. Woningtelling Centraal Bureau voor de Statistiek 195o:
In het vorig jaarverslag hebben wij enkele voorlopige cijfers gegeven ait
de resultaten van de Word;ijfers te geven omtrent enkele belang-
'lig-.t.In.-d. en ook andere gege
vens uit de woningtelling 1956, welke desgewenst nader kunnen worden ver
strekt. Wij laten nu cijfers volgen over de navolgende drie aspecten der
woningtelling.
I. de woningvoorraad;
III .diverse^b^zonderhede^over de grootte en samenstelling der huishoudens.
In de navolgende overzichten worden de gestichten en de gestichtsbevolking
buiten beschouwing gelaten.
IDe woningvoorraad in mei 1956.
i „o ooc;o waarvan 2238 bewoond en 14- onbewoond
De totale woningvoorraad was 2252, waarvan 225B D w noodboerderijen
(juist klaar om te betrekken). Hiervan waren
en 21 noodwoningen 27
totaal aantal woningen 2225- 14 waren er ^bewoond,
dus aantal bewoonde woningen 2211, bestaande uit 10653 v wonir,r) en
4.8 vertrek per woning) en 10867 bewoners (dus 4,9 persoon per won
ruim 1 persoon per vertrek.
In deze 2211 woningen waren 121 alleenstaanden en 234-1 huis
gebracht. Daarnaast waren er nog 11 alleenstaanden en 154- huishoudens,
mende 650 personen, ondergebracht in 156 andere bewoonde ruimten (uus gee
woningen), waarvan 21 noodwoningen, 6 noodboerderijen, 62 bewoonde onbewoo.,
baar verklaarde woningen en 67 andere bewoonde ruimten (w.o. krotten;
Er waren dus in totaal (buiten gestichten) 24-92 huishoudens met 1 .5on
personen (dus 4,6 persoon per huishouden) en 132 alleenstaanden.
Bij het bepalen van de in mei 1956 bestaande woningbehoefte, welke hier-r
onder volgt, is uiteraard geen rekening gehouden met gezinnen, die zie 1 o.m#
in verband met nieuwe industrieën hier willen of moeten vestigen. Als woning-
behoevend zijn aangemerkt alle huishoudens vgn 2 of meer personen en voordo
die alleenstaanden, die alleen of als hoofdbewoner een^woning bewonen:
Er waren dus in totaal: 2492 huishoudens
alleenstaanden,die alleen of als hoofdbe
woner een woning bewonen: 94- (van de 121)
Totale woningbehoefte 1956:
2586
Woningvoorraad 1956:
2252
Theoretisch woningtekort mei 1956:
334
Volgens de woningtelling van het Centr.
Bur. op 31 mei 194? was dit:
323
Bü beschouwing van het theoretisch woningtekort van mei 1956 ad 334 dient
dus te worden opgemerkt, dat hierin nog 21 officiële noodwoningen en 6 nood
boerderijen zijn begrepen, dat vermoedelijk nog een aantal woningen hiervan
voor onbewoonbaarverklaring in aanmerking komen en dat de woningbehoefte voor
gezinnen van buiten de gemeente hierin evenmin is opgenomen.
Er waren 170 sarnenwoningen van gezinnen geteld, waarvan 58 in agrarische
woningen. Hiervan ongeveer 70 samenwoningen, niet tengevolge van de woning
nood.
ölj Descnouwxug van ut> u meux o cicvu v