01
•xev©-
rlc ccie
tc
:oo: nsioj
cro"
28.
De heer Vissers echter meent dat de enquête niet volledig
tot zijn recht is gekomen, omdat niet voldoende rekening is
gehouden met "volwaardige" middenstanders en personen, die een
middenstandsbedrijfje als^ievenberoep hebben. Ook het winkelper
soneel wordt door deze lange werktijd gedupeerd, waardoor vooral
de grote zetbedrijven weer in moeilijkheden komen. Etten kan geen
plattelandsgemeente meer genoemd worden en spreker wijst er op,
dat er in de grote steden nog niet eens een koopavond bestaat.
Dat de winkels alhier ook op zondag geopend kunnen zijn, acht
de heer Vissers zonder meer verschrikkelijk en in strijd met de
christelijke opvattingen.
De voorzitter zegt, dat het winkelpersoneel niet langer mag
werken dan de daarvoor in de Arbeidswet aangegeven tijden en dat
de arbeidsinspectie daarop toeziet. De winkelsluitingswet doet
daaraan niets af. Verder is spreker het met de heer Vissers
eens, dat de gemeente niet meer onder de z.g.n. plattelands
gemeenten valt te rangschikken. Maar burgemeester en wethouders
zien Etten en Leur toch ook niet als een industriestad, maar
trachten er twee welvarende dorpen van te maken.
"üe heer Dekkers houdt ook een lang betoog, waaruit blijkt,
dat hij het niet eens is met het afwijzend voorstel van burge-*
meester en wethouders. Hij merkt op dat het verzoek is uitgegaan
van de middenstandsvereniging zelf. De werktijd is voor de
winkeliers veel te lang, temeer daar deze na winkelsluiting nog
niet klaar zijn, maar o.a. nog opruimfcsge- en administratieve-
werkzaamheden te verrichten hebben. Hij vraagt alsnog medewerking
tot vervroegde winkelsluiting.
De voorzitter legt uit hoe het bestuur van de r.k. midden
standsvereniging tot dit verzoek is gekomen, waarbij blijkt, dat
het besluit tot het indienen daarvan niet genomen is in een
algemene ledenvergadering van de vereniging. De beide bestuurs
leden met wie burgemeester en wethouders terzake een gesprek
hebben gehad, waren persoonlijk zelfs voor de vroege sluiting.
Verder merkt spreker op dat de winkelsluitingswet niemand belet
om vroeger te sluiten. Wel dient voorkomen te worden dat het
gemeentebestuur gebruikt, wordt om de wil van de minderheid aan
de meerderheid op te dringen.
De heer C. Luijkx zegt dat hij, hoewel hij in de vorige vergade
ring tegen het voorstel van burgemeester en wethouders was,
thans daarmee volkomen accoord kan gaan.
De heer Braat daarentegen meent, dat aan het verzoek van de
middenstandsvereniging moet worden voldaan.
De voorzitter brengt tenslotte het voorstel van burgemeester
en wethouders, dus tot afwijzing van het verzoek tot vervroeging
van slutingsuur, in stemming, waaruit blijkt dat dit, met de
stemmen van de heren Vissers, Dekkers en Braat tegen, is aan
genomen
-13. De 5e wijziging van de begroting 1957 van de dienst van
gemeente-werken (betreffende nadere vaststelling bedrijfstarie-
ven), wordt overeenkomstig het voorstel van burgemeester en
wethouders en het advies van de commissie van financiën vast
gesteld.
14. Ook de 30e wijziging van de gemeentebegroting 1957 en 6e
wijziging begroting 1957 van de dienst gemeentewerken, wordt op
gelijke wijze vastgesteld, waardoor dus een crediet beschikbaar
is gesteld voor de herbeplanting van diverse wegen.
flSS. t' S- v
..O-
wfju
IS
w
v. I
E0'..t >8