0% -32- IX. Werkgelegenheid. Nadat wij in het vorige jaarverslag, mede naar aanleiding van het in ok tober 1955 uitgebrachte pendelrapport, zeer uitvoerig zijn ingegaan op de verschillende aspecten van deze pendel en over de stand van zaken met be trekking tot de werkloosheid, menen wij in dit rapport te kunnen volstaan met ook in 1956 nog steeds -zij het dan meer beperkt- werkloosheid in dit ontwikkelingsgebied aanwezig was, doch dat anderzijds de algemene hoogcon junctuur vooral in de loonaa.nbiedingen toch ook zijn invloed deed voelen in de plaatselijke industrie. Wanneer bij verschillende plaatselijke industrie*- ën vrij veel mutaties in de personeelsbezetting geconstateerd moeten worden dan blijkt dit voor een belangrijk deel zijn oorzaak te vinden in de abnor male lonen of bijkomende vergoedingen, welke aan pendelaars naar Rotterdam en omgeving geboden worden en waarmede de plaatselijke industrieën dooi' de gestelde rijksvoorschriften in dit opzicht niet in concurrentie kunnen tre den. Ten dele vinden personeelsrautaties ook wel eens hun oorzaak in interne moeilijkheden in bepaalde bedrijven, terwijl tenslotte ook niet uit het oog moet worden verloren, dat vooral bij het tewerkstellen van een groot aantal werknemers in de aanvang na enige tijd steeds een zekere selectie zal moeten plaats vinden, ook al omdat de omschakeling van los arbeider naar fabrieks arbeider bij de een gemakkelijker verloopt dan bij de ander. Verheugend is, dat ook in 1956 de personeelsbezetting van verschillende industrieën, vooral in het industriepark, belangrijk is toegenomen. Bij de Tornado bijvoorbeeld is de situatie vooral in het laatste kwartaal belangrijk verbeterd. Ten aanzien van de werkloosheid in het gebied van het gewestelijk arbeids bureau, bijkantoor Etten (w.o. Etten-Leur, Rucphen en Hoeven) geven wij de navolgende vergelijking tussen 1955 en 1956. 1955 1956 januari 120? 856 februari 1165 899 ma.art 726 655 april 4-23 603 mei 331 197 juni 226 184 juli 178 149 augustus 334 147 september 188 75 oktober 359 47 november 1011 121 december 1034 700 7182 4633 Hieruit blijkt, dat juist in de z.g. wintermaanden het aantal werklozen het meest is gedaald. O.i. is dit een gevolg van de industrialisatie in eigen omgeving. De arbeiders thans in deze industrie werkzaam behoorden voorheen tot de z.g. seizoenarbeiders, die in de wintermaanden steeds zonder werk waren. Het gemiddelde aantal werklozen per maand bedroeg in 1955 598 man, in 1956 slechts 388. Tot deze grote verlaging heeft ook zeker bijgedragen de z.g. pendel op Zuid-Holland. De pendel op de bedrijven "boven de Moerdijk" is nog steeds omvangrijk en o.i. voornamelijk doordat men ook hier reeds z.g. classificeerders kent. Dit zijn voornamelijk die arbeiders, die over een eigen auto of bestelwagen be schikken en daarmee dan ook de onder hen werkende arbeiders vervoeren. Daarnaast zijn er classificeerders, die vanuit R'dam hier arbeiders komen werven en deze met autobussen vervoeren.

Raadsnotulen

Etten-Leur: 1936-1979 | 1957 | | pagina 137