RB Notulen van de openbare vergadering van zaterdag 6 oktober 1956, gehouden ten gemeentehuize des namiddags te 19.00 uur. Behalve de heren C. Luijkx, van Ginneken en Hamer waren alle raadsleden aanwezig, alsmede de fam. Chr. J.M. Mol, toen de voorzitter deze buitengewone raads vergadering met een speciaal woord van welkom opende. 1Vervolgens licht de voorzitter het enigste agenda punt als volgt toe". "Als enig punt, heren raadsleden, staat vanavond op de agenda: toekenning van het ere-burgerschap der gemeente Etten en Leur aan de heer Ohristiaan J.M. Mol, arts te Etten. Het staat er zo zakelijk en een voudig alsof het een gewoon routinepunt gold en toch is het, voorzover bekend, nog nooit in de vele eeuwen oude geschiedenis van Etten voorgekomen. Bij besluit van Uw College dd. 30 juli 1956, is vastgesteld een verordening, regelende de instelling en toekenning van onderscheidingen der gemeente, zijnde de erepenning der gemeente en in zeer bijzondere geval len het ereburgerschap. Het college van burgemeester en wethouders in overweging genomen hebbende, dat de heer Mol dit jaar zijn 40-jarig artsenjubileum viert, zijn uitzonderlijke verdiensten voor deze gemeente en voor deze streek op medisch en sociaal terrein kennende, stellen U voor, zoals reeds eerder met U besproken, het volgende be sluit vast te stellen" Met algemene stemmen wordt besloten tot toekenning van het ere-burgerschap der gemeente Etten en Leur aan de heer Christiaan Jacobus Maria Mol, arts, geboren te Steenbergen op17 augustus 1892 en wonende te Etten en tot gelijktijdige uitreiking van een oorkonde en een gouden medaille. Onder het uitspreken van de als bijlage bij deze notulen gevoegde rede, reikt de voorzitter aan de heer Mol de oorkonde uit en spelt hem de daarbij behorende medaille op. De heer Mol dankt hierop het gemeentebestuur voor de eer, welke hem te beurt is gevallen en wijst op de hulp, welke hij van zijn ouders, van zijn gezin en van tal van anderen heeft ondervonden om te kunnen doen, wat hij heeft gedaan. Uitvoerig gaat hij hierbij in op de toestanden in deze gemeente in vroegere jaren. Met een speciaal dankwoord aan het adres van de voorzitter, meent hij de verleende onderscheiding, of schoon volgens hem onverdiend, te moeten aanvaarden. Hierna sluit de—voorzitter de openbare vergadering met gebed, waarna men nog enige tijd in een gezellig samenaijn bijeen blijft. Gelezen en goedgekeurd op 26 april 1957. De secretaris, De voorzitter,

Raadsnotulen

Etten-Leur: 1936-1979 | 1956 | | pagina 195