•7 7 Overeenkomstig het voorstel van burgemeesteren wp+houders wordt hierna zonder hoofdelijke stemming besloten tot vaststelling van de begroting 1956 voor: a. het gemeentelijk grondoedrijf b. het gemeentelijk woningbednjxj r>* de dienst van gemeentewerken. V Met betrekking tot de vaststelling van de gemeente- hsffroting 1956 deelt da voorzitter mededat de verzoe- ken om verhoging van de algemene uitkering uit het temeerte fonds nog niet in behandeling zijngenomen. Aan TerZ 'begroting is direct reeds een 1e wijziging toege voegd waardoor het tekort gestegen is tot 345.393,4-5. Soreker zegt dat de behandeling van de begroting in de raadsvergadering zeer vergemakkelijkt is doordat dit -ïaar een voorafgaand afdelingsonderzoek heeft plaats had De verslagen daarvan alsmede het antwoord daarop van burgemeester an wethouders zijn aan de leden toe- gezonden.r ^±Qsevs merkt op dat zijn tijdens het af delingsonderzoek gestelde vraag betreffende de even redige vertegenwoordiging in de stembureaus niet beant woord is. Van de 30 leden van het stembureau is er slechts 1 üd van de P.v.d.A. Daardoor voelt spreker 'zich als lid van de P.v.d.A. teruggesteld. De voorzitter geeft toe dat de heer Vissers inderdaad die"vraag heeft gesteld en zegt het te betreuren, dat deze vraag blijkbaar aan de aandacht is ontsnapt. Spreker verzekert dat men met deze wens in de toekomst zeker"rekening zal houden en verzoekt de heer Vissers om'hem de namen van daarvoor in aanmerking komende voor deze functie geschikte personen op te geven. Voor het moment zijn de diverse benoemingen aanvaard en kan hierin moeilijk verandering gebracht worden. ~De heer Vissers bepleit nog eens het zitting hebben in een stembureau van personen van verschillende rich ting waarop de heer A. Luijkx informeert of het zit ting 'nemen in een stembureau iets met partijdigheid te maken heeft. De heer Aalbers merkt op dat er van terugstellen sreen sprake is, immers in dat geval zouden de leden van de P.v.d.A. overal buiten gehouden kunnen worden. Maar dat is hier nooit gebeurd. Ook de heer Aarts wijst er nog eens op dat de zit ting hebbende leden van een stembureau geen invloed op de sbemplichtigen mogen uitoefenen. De heer Vissers zegt dat de heer Aalbers hem niet goed begrijpt en hij de huidige gang van zaken wel als een miskenning aanvoelt. Bovendien is hij van oordeel, dat wanneer verschillende groepen van partijen in een stembureau zitting hebben, onregelmatigheden bij voor baat al uitgesloten zijn. Wanneer het stembureau is samengesteld uit leden van één politieke richting, dar^ wordt er nog wel eens een oogje dicht gedaan. De voorzitter protesteert tegen de door de heer Vissers gegeven verkeerde voorstelling, als zou door de benoemingen fraude in de hand worden gewerkt. Spreker wijst er op dat de voorzitter van het stembureau aan sprakelijk is voor de goede gang van zaken op het stembureau.

Raadsnotulen

Etten-Leur: 1936-1979 | 1956 | | pagina 154