Soreker stelt voor de veemarkt te verbeteren en daar naast eQn pluimveemarkt in te stellen. Wij leurenaren" Sn hPsl-uit hii "voelen het aan alsof ze in Etten thans o?ze laatste druppel bloed willen hebben. Ook zou door deze opheffing de kermis tot verdwijnen gedoemd zijn, want wat is een kermis zonder markt". De heer Dekkers is het voor met de heer van Steen ppns en zegt het te betreuren dat de veehandelaren dit voorstel hebben ingediend. Hij zou het nemen van een derereliik besluit nog gaarne een jaar uitstellen. Met betrekking tot de in te stellen groentemarkt in Etten is hii van oordeel, dat hoewel er altijd gedupeerden ziin uiteindelijk de nadelen niet tegen de voordelen voorinwoners en middenstand, opwegen. De heer Aerts zegt dat de raad bij het nemen van een besluit enkel bet algemeen belang van de gemeente in aanmerking moet nemen en niet dat van een der beide kerk dorpen Hij betreurt ook de opvatting, dat de veehande laren 'die niet in Leur willen komen, er maar moeten weVbliiven. Als de veehandelaren niet komen vervalt de markt vanzelf. Spreker gaat accoord met het voorstel van burgemeester en wethouders. De heer van Ginneken zegt het eens te zijn met de heer A luijkx. Ook hij zou eerst eens willen afwachten hoe die in te stellen pluimveemarkt zal lopen. Als dit gunstig blijkt kan de veemarkt nog vervallen. De voorzitter wijst de leden op de betekenis van een veemarkt in de tegenwoordige tijd. Een 20 jaar geleden kwam de boer te voet met zijn vee op de markt en was er handel van boer tot boer en van boer tot koopman. Thans beheersen 'de veehandelaren de markt en die komen met -■rote veewagens en auto's. De situatie is daardoor geheel veranderd. De gemeente is thans afhankelijk van de good will van deze veemarkthandelaren, en zonder deze good will gaat de markt thans ten gronde. "Als ge ziet", aldus vervolgt de voorzitter, "hoeveel mi 1ioenen een niet agrarische gemeente als Den Bosch over heeft voor de veehandel, en hoeveel tienduizenden guldens Breda voteerde om een veemarkt op gang te krijgen, dan is het wel zielig, dat wij in 1956 nog niet over enkele gevoeligheden zouden kunnen heenstappen. Neen mijne heren, laten we dit nu eens nigt in de gevoelssfeer trekken, maar op zakelijke basis fiandelen. Zowel burgemeester en wethouders als de marktcommissie willen bouwen en niet breken. Wij, en ook U, weten dat de aanvoerders van vee op onze veemarkt om gegronde redenen opheffing van de veemarkt te Leur verzoeken. Waar- om zouden wij nu bij voorbaat en om persoonlijke gevoelig heden hun verzoek niet zakelijk behandelen. Bedenk wel, dat'dezelfde handelaren, die nu met dit verzoek tot ons komen verdiend hebben dat met hun wensen worden rekening gehouden. Immers, na de bezetting, toen onze veemarkt door maatregelen van de overheid om hals was gebracht, heeft het gemeentebestuur een beroep op dezelfde hande laren o-edaan om de veemarkt te doen herleven» Dit beroep is toen niet tevergeefs geweest. Immers allen hebben toen direct spontaan hun medewerking verleend. Bedenkt dat 'wij de tegenwoordige bloei daaraan te danken hebben. En waarom zouden wij nu geen rekening houden met hun redelijke verlangens.

Raadsnotulen

Etten-Leur: 1936-1979 | 1956 | | pagina 147