De heer 0. Luijkx acht het brengen van deze ont
spanningsmogelijkheid een groot gemeentelijk belang,
dat wel een financieel offer waard is.
De voorzitter beaamt dat het ook de bedoeling is
om de tennissport eerst wat te populariseren.
De heer Braat vraagt zich af of daarmede niet te
ver wordt gegaan.
De heer van Steen vindt deze bedragen nog boven
het bereik van de arbeidersklasse.
De heren Aalbers en Vissers juichen het voorstel
toe. Zij achten de geboden gelegenheid tot deze
sportbeoefening ook voor de jeugd zeer aantrekkelijk
en in het belang van de openbare gezondheid. Behal
ve de tennissport wordt ook de ijssport hiermede
gediend.
De voorzitter licht toe, dat met het oog op de ijs-
sport ook 4 tennisbanen tegelijkertijd zijn aange
legd. Vooral voor de jeugd is het van groot belang
dat zij nu ook gelegenheid krijgen om op een veili
ge plaats de ijssport te beoefenen.
Op een desbetreffende vraag van de heer Boeren
deelt de voorzitter mede dat de inkomsten van ver
huur van kramerijen enz. vermoedelijk tegen de kos
ten van toezicht en onderhoud zullen wegvallen. Hij
stelt voor om de concept-verordening ongewijzigd
vast te stellen en dan de ontwikkeling een paar
jaar aan te zien, waarna de tarieven dan altijd nog
gewijzigd kunnen worden.
De heer Hamer zegt daarmede accoord te gaan, met
dien verstande dat het seizoen wordt geacht aan te
vangen op 1 en niet op 15 april en zal eindigen op
1 in plaats van op 15 oktober. Vooral de begindatum
is van belang voor personen die aan de landelijke
competitie wensen deel te nemen.
De voorzitter deelt mede dat de begindatum bepaald
is op 15 april in verband met de overgang van de
ijsperiode en met het oog op de conditie van de
banen. Hij stelt voor dat de huurders wel op 1
april mogen beginnen, maar dat de gemeentelijke
verplichtingen ten opzichte van de huurders pas op
15 april zullen ingaan.
De heer Braat zegt dat hij het voorgestelde tarief
voor de avondbanen te hoog acht in vergelijking met
de tarieven voor de middagen in de week, daar er
zowel in het begin van het seizoen als tegen het
einde daarvan door het vroeg intreden van de duister
nis al practisch geen gebruik van de banen meer kan
worden gemaakt.
De voorzitter antwoordt hierop, dat ook hier de
vraag de prijs betaalt. Voor de avondbanen is in
het algemeen veel vraag, voor de middag erg weinig.
Een goede tariefstelling tracht door gereduceerde
prijzen voor de minder in vraag zijnde speeltijden
het totaalresultaat te verbeteren. Verhoging van de
prijzen voor de middagspeeltijden -en niet de avond-
tijden- zou tegen dit algemeen aanvaarde economisch
principe ingaan.