- 58 -
XVIII. De financiële situatie van de gemeente.
Ook na het verstrijken van 1955 kunnen wij U nog steeds niet mede
delen dat de gemeente bevrijd is van grote financiële problemen. Uit
de begroting voor 1956, welke U in een van de komende vergaderingen
ter vaststelling wordt voorgelegd, zal U blijken, dat wij er niet in
geslaagd zijn om met de gewone inkomsten de uitgaven te bestrijden.
De begroting zal wederom met een tekort sluiten. Definitieve bedragen
van de algemene uitkering uit het gemeentefonds over de jaren 1953
t/m 1955 zijn nog niet bekend. Zoals U reeds in een vorige vergade
ring is medegedeeld, is als uitkering per inwoner voorgesteld res
pectievelijk 34-»25, 4-2,50 en 50,50. Gezien het basisbedrag van
25,61 per inwoner, en nu een uitkering van 50,50 per inwoner, is
wel wat gewonnen. Daar evenwel de huidige ontwikkeling van de gemeen
te enorme bedragen vergt, is er geen reden tot optimisme. Deze uit
kering is nog aanzienlijk te laag, wanneer wij nagaan, wat ons op
velerlei terrein nog te doen staat, maar ook wanneer wij een verge
lijking trekken met verschillende andere gelijksoortige gemeenten.
Wij moeten daarbij in het bijzonder nog rekening houden met het
feit., dat Etten in dit ontwikkelingsgebied zich voor de bijzondere
taak ziet gesteld om in abnormale omvang grote investeringen te doen,
niet alleen die, welke met het oog op de in gang zijnde industriali
satie noodzakelijk zijn, doch tevens om een grote achterstand, vooral
op het terrein van openbare werken,in te lopen, welke achterstand
zijn oorsprong reeds vindt viaft vóór 194-0. Ook het algemene voorzie-
ningspeil behoeft grote verbetering. Wij stellen hierbij vast, dat
vergelijkingen van de algemene uitkeringen uit het gemeentefonds zon
der meer niet opgaan, doch dat daarbij tevens de belastinguitkeringen
en de andere belastingbronnen en mogelijkheden mede in aanmerking
moeten worden genomen. De geringe draagkracht van onze bevolking,
waarin slechts langzamerhand enige verbetering komt, heeft ook op on
ze belastingopbrengsten een ongunstige invloed. Dat met de voorge
stelde uitkering over 1955 het mogelijk is gebleken om alsnog de be
groting 1955 sluitend te maken, is slechts het gevolg van de omstan
digheid, dat verschillende voorgestelde investeringen en voorzie
ningen, vjelke door ons noo-dzakelijk of hoogst gewenst werden geacht,
door gedeputeerde staten.van Noord-Brabant niet werden goedgekeurd,
zolang de uitkering uit het gemeentefonds niet was vastgesteld, zodat
hieraan door ons in 1955 geen uitvoering kon worden gegeven, terwijl
bij het onderzoek vanwege het ministerie van Binnenlandse Zaken deze
investeringen niet in aanmerking werden genomen, omdat zijvóór
31 December 1955 niet waren gedaan of gedaan konden worden.
Een hopeloze vicieuse cirkel derhalve, welke tot gevolg heeft,
dat de uitkering in genen dele is afgestemd op onze werkelijke be
hoefte voor 1956 en volgende jaren. Een verzoek om een verhoging van
de algemene uitkering uit het gemeentefonds voor 1956 en volgende ja
ren werd door U reeds ingediend.
Wij zullen nu niet uitvoerig meer ingaan op de financiële situatie
der gemeente, omdat wij in dit opzicht in feite thans ook nog in de
mist varen en omdat bij de behandeling van de begroting 1956 nog
volop gelegenheid bestaat deze in nadere beschouwing te nemen.
Tot slot willen wij hier nog enkele bijzonderheden geven over het
verloop der leningsschuld over 1955 en een overzicht van de stand
der gemeentelijke investeringen voor zover deze op de genoemde data
nog niet afgeschreven waren. In de loop van 1955 werden vaste lenin
gen opgenomen tot een bedrag van 4-,5 millioen gulden. Gezien de schul
den op korte termijn per 1 Januari 1955 en 1956, heeft een aantrek
van financieringsmiddelen plaats gehad van ruim 3.000.000,-, hetgeen
neerkomt op ongeveer 10.000,- per dag. Om misverstand te voorkomen
merken wij nog op, dat hierin alles, dus ook woningbouw en de bouw
van industriehallen in huurkoop, zijn begrepen.
- 59 -
tv
tr
0
4
O
3 H-
i-3
p
O
0
CD p 3
O
!=r
t=5
4
.3 P
C"M
c+
c+
0
'Pu 3 O
p
p
H*
0
1=5
p <1 ca
1
11
C_l.
CJ P c+
ro
<J
Jr
P
(D C
CD
H*
cX
3
£5
i=5
P
0
H-
oq
f"t>
l_j
3
O
1
09
1=5
CD
O
3
4
0
IX)
xn
CO
VJl
xn
-G
re
f—
-O
f—j
xn
cv
h-<
1
Psl
O
O
O
H-J >X)
XH
O
O
O
O
1 CD
ro
O
O
O
O
3
vo
1
1
1
1
-t-
1
l
1
1
vji
33 i—
ro i
4 MD
Xn
-G
i ro
xn
O
rx>
IX)
H* 1'3
3 VO
O
ÖD
O
~G
s -p-
UI
XD
-G
CK
VJl
h—
XnJ
00
1—j
xn
4>
i—1
j—j.
co
f—
xn
i
(X)
Xn
M
-O
co
iT)
i ro
IX)
-o
O
O
O
i3
O
O
O
O
vo
O
O
O
O
O
VJl
1
1
1
1
1
T
1
1
VJl
33 t—1
ro i
3 H NJ
i ro
IX)
CTN
no
H- M 3
KT1
xn
co
xn
3 VQ
xn
xn
O
VJl
sa
VJl
-O
-o
00
xn
OD
xn
xn
co
f—
xn
O
•4>
00
CX
xn
O
t—1
i1
xn
-O
xn
ro
1
IX)
f—
h-1
xn
OV
1—33
i ro
-O
i1
O
O
O
l—3
O
O
O
O
O
vo
h-
O
O
O
O
VJl
1
1
1
1
1
1
1
1
CV
33 1—1
'ro 1
3 H tl
M1
i ro
H' 1'3
ro
co
1—1
3 VO
CK
co
11
O
VJl
-o
VD
xn
-t-
cv
O
O
ro
Vj-J
h-1
VM
VD
ro
O
<J
0
h!
N
H»
O
i=r
C+-
Oq
CD
CD
0
3
c+
0
f—1
H*
C_J.
0
H-
<1
0
0
C+
0
H*
3
Oq
0
1=5
O
O
N
O
<J
0
4
t=5
O
oq
1=5
H«
0
C+
0
Oq
0
0
O
0
0
i=J