s?*i «as
3o
-31-
4-a. Electrificatie
-mao6 gr°te uitbreiding der electrificatie in de onrendabele gebieden
m 1948 hebben in de afgelopen jaren regelmatig incidentele uitbreidingen
in onrendabel gebied plaats gevonden, uiteraard steeds met een gemeente-
lijk© 01 j drag1© ©n ©©n "b©,8."t"b©la,s"ting voov d© b©tpokk©ri©ru
Op 1 Januari 1955 waren 2154 aansluitingen tot stand gebracht. In 1988
kwamen er per saldo 126 bij, zodat thans 2280 percelen aangesloten zijn.
In de onrendabele gebieden resteren thans nog 20 niet aangesloten percelen.
ÏqS V°0raansluitinê voor het overgrote deel van deze percelen worden
m 1956 voorbereid.
Hjt+1+af^panningSne"fc werd in afgelopen jaar met 2038 meter uitge
breid tot 86.978 m. Het hoogspanningsnet kwam na een uitbreiding met 739 m
tot een lengte van 34=704 m. Het aantal transformatorstations (klein
verbruik) werd m 1955 met 4 tot 20 uitgebreid, terwijl het aantal trans
formatorstations (groot verbruik) met 1 tot 12 werd uitgebreid.
^"bWaterleiding
Het waterleidingnet werd in 1955 uitgebreid met 16.285 m. Huisaan-
sluitingen kwamen er in 1955 487 bij5 per 1 Januari 1956 zijn er 227A
percelen aangesloten.
Ten aanzien van de nog niet aangesloten percelen wordt thans een onder
zoek ingesteld, waaromtrent wij U t.z.t. nader zullen inlichten.
n i werden dus een groot aantal percelen in de onrendabele gebieden
aangesloten, maar gedeputeerde staten blijven tot dusver invoering
van een baatbelasting hiervoor eisen, mede met het oog op de financiële
positie der gemeente. Aangezien hier essentiële belangen van de voïks-
gezondheid m hetgeding zijn, hebben wij -anders dan bij de elctrificatie
de gasvoorziening- hiertegen overwegende bezwaren, temeer daar bij een
betere financiële situatie, zoals in andere gemeenten is gebleïen, invoe
ring van een baaobelasting achterwege kan blijven.
Het is moeilijk te aanvaarden, wanneer de bijzondere moeilijkheden in
ee ontwikkelingsgebied, ook op financieel terrein, beslist zouden moeten
leiden tot abnormaal hoge zakelijke lasten, wanneer men een redelijk
voorziemngspeil tracht te bereiken.
Gasvoorziening
Het gasvoorzieningsnet wordt voor rekening van onze gemeente door 8e
gemeente Roosendaal geëxploiteerd. gemeente door de
He lengte der hoofdleiding, welke op 1 Januari 1955 5092 meter bedroer
in 1gVnet_ 8265 meter tot 13-357 meter uitgebreid: liervan lïgt
ongeveer 9g km, m Etten en 3ir km. in Leur.
Het aantal huisaansluitingen in Etten (op 1 Januari 1955 slechts 2)
vemaakt^QR °P in Leur de eerste 27 aansluitingen werden
Jasf1Jers werden in 1955 geplaatst. In Etten en in Leur worden
nog steeds aansluitingen gemaakt.
Het gastransformatorstation kwam in 1955 gereed en op 1 Juni 1955 werd
et gasnet,in bedrijf §esteld en van 1 Juni tot en met 31 Hecember 1955
werd m totaal 94-OOO^m3 gas van de staatsmijnen ingekocht.
Een juist inzicht in de exploitatieresultaten zijn eerst te verkrijgen,
wanneer in Etten en in Leur het aantal aansluitingen zich min of meer
fi jnnSïn1deeeersteft en,gegev®ns ,over een volledig exploitatie jaar bekend
versohaffen? h<">- wij Mexin een duidelijker
Werkgelegenheid
Hu dit verslag wordt opgesteld slechts enkele maanden, nadat het E.T.I.-
rapport van October 1955 over werl-gelegenheid en pendelbeweging in de
gemeenten Etten en Leur, Hoeven en Rucphen, achten wij ons ontslagen van
de taak om op de aspecten, welke de werkgelegenheid in 'deze gemeente
vertoont en de lijn, welke voor de toekomst moet worden gevolgd, hier nog
dieper in te gaan.
Wel menen wij hierna nog enkele overzichten en cijfers te geven over de
stand 'der werkgelegenheid in onze gemeente en de winst, welke ook in het
afgelopen jaar in dit' opzicht weer kon worden geboekt.
Teneinde ieder voorbarig optimisme hieromtrent bij voorbaat te temperen,
laten wij hier allereerst volgen enkele cijfers over de werkloosheid in
het. rayon Etten van het arbeidsbureau Etten, omvattende het gebied van de
gemeenten Etten en Leur, Hoeven en Rucphen.
Werkloosheid in het gebied Etten en Leur, Hoeven en Rucphen
Op 1 Januari 1950s 1425
Op 1 Januari 1951? 1645
Op 1 Januari 1952s 1951
Op 1 Januari 1953? 1915
Op 1 Januari 1954? 1687
Op 1 Januari 1955? 1206
Op 1 Januari 1956s 1033, waarvan 328 uit Etten en Leurf (hieronder 43
metselaars)
Wij. willen hier een enkele stelling van het pendelrapport aanhalen,
waarin gezegd wordt, dat voor dit' gebied bij een lange afstandspendel in
een omvang van 1200 mannen(Etten-Leur 275) -in het rapport wordt deze
pendel een tijdelijke verschijningsvorm van werkloosheid 'genoemd-, een
korte afstandspendel van 2560 mannen Etten-Leur 725), een plaatselijke
werkgelegenheid voor 700 mannen en een jaarlijkse mannelijke industriële
bevolkingsgroei van 100 h 120 personen, zeker niet gesproken kan worden
van tevergaande industrialisatie, integendeel geconcludeerd wordt, dat
verdere industrialisatie nog niet gemist kan worden en dat hier zeker nog
niet van een .binnenkort te beëindigen taak van de gemeentelijke overheid
sprake is. Wel stelt het rapport, dat men ten aanzien van het pendel
probleem met industrialisatie alleen er niet is en dat hier bewuste
mentaliteitsbeïnvloeding geboden is.
Hoewel wij dit laatste zeker onderschrijven willen wij toch opmerken,
dat deze raad ons meer gegeven is, zonder dat aangegeven werd hoe dit nu
precies gebeuren moest.
Wij zijn van mening, dat ook van de industrialisatie een mentaliteits
beïnvloeding uitgaat en zeker niet altijd in de verkeerde richting.
Het feit, wat ook het E.T.I. in zijn rapport constateert, dat de jeugd
zich keert tot de industrie en dus het z.g. beroepsnomadisme vaarwel zegt,
de overweldigende belangstelling van ouders en jeugd voor vakonderwijs,
Mater Amabilis- en .Levensschoolwerk is o.i. op de eerste plaats een gevolg
van het feit, dat de industrialisatie, thans een zichtbaar iets geworden,
de mensen aanspreekt. Hierdoor ontstaat de' bereidheid zich aan de verander
de situatie aan te passen, waardoor degenen, die aangewezen zijn om voor
lichting te geven thans beter gehoor zullen vinden.
Hiettemin constateren wij herhaaldelijk bij bepaalde personen en
instanties, dat verdere industrialisatie van de gemeente eigenlijk niet zo
noodzakelijk meer is. Men laat zich daarbij gewoonlijk leiden door de
huidige krapte op de arbeidsmarkt, terwijl men aan de pendel, de bevolkings
groei en de toch telkens weer opduikende winterwerkloosheid voorbij ziet,
maar bovenal vergeet, dat industrialisatie niet is het incidenteel neer
zetten van enkele industriegebouwen maar een proces dat eerder groeit dan
afneemt, en tenslotte, dat de historische werkloosheid van dit gebied geen
conjunctureel verschijnsel is, maar volledig structureel van aard is.