n 24 O men bereiken met bet vaststellen van bet onteigeningsplan. Indien de onderhandelingen met de betreffende eigenaren afstuiten, dan kan men eerst over een balf jaar een eventuele onteigeningsprocedure oeginnen. Als we zo moeten Y/erken, zullen we steeds bedrogen uit komen. "De beer C.Luijkx informeert of de cijfers ^arop men dit^alles^opbo- vt wel iuist ziin. Het lijkt hem enigszins tegenstrijdig als er van S S steeds gesproken «rdt over het Y/ijl bij van de andere kant maar al te goed weet, dat de agrar s r^iSr dit"een der gevolgen is van denverse sociaal- economische maatregelen. De ontwildceling is er thans, ^^Jslieatie we doorzetten. Hij is van mening, dat indien er geen industrialisatie komt,men tocb met deze moeilijkheid zal blijven h De beer JSbLuijkx zegt dat de prijzen, die de grondeigenaren voorhun^ T^d^Ijiiïrr^ïet juist zijn. Het is een gevolg van net feit, dat de orijzen vroeger lager lagen, zodat er nu een verkeerde basis is.-J-j informeert of het niet mogelijk is om de gronden te bestemmen voor fruitteelt, aangezien men voor dit soort gronden hogere prijzen mag SrTO0?Sbsr stelt spreker de vraag, of het op de weg tan de gemeente ligt of op de weg van de eigen organisatie om voor de gronden ^oger prijzen te verkrijgen. Hij vindt bet enigszins onlogisch, dat d® ge meente zich gaat inspannen om meer geld te kunnen betalen voor gr den die zij zelf wenst te kopen. De beer C.Luijkx is van mening dat, nu bet een gemeenschappelijke zaak, is, bet gemeentebestuur, tesamen met de boerenbond,biervoor moeten v/erken. De landbouw moet immers ruimen voor de industrie. De beer ÏLLuijkx zegt, dat de commissies er zich ten volle van bewust zijn, dat de prijzen voor de gronden te laag zijn, omdat er geschat wordt naar de prijzen van 1940. Wethouder Feskens onderstreept mog eens de woorden van de voorzitter iïTzevt, dat de"organisaties op de eerste plaats biervoor moeten wer ken, bet gemeentebestuur kan dan eventueel zijn medewerking verlenen door goedgunstige adviezen in die richting. Met algemene stemmen wordt vervolgens besloten tot vaststelling van van. het voorlopige onteigeningsplan van bet industrieterrein. 8. Burgemeester en v/ethouders stellen voor een voorlopig onteigenings plan vast te stellen voor perceel E 2227, gelegen in bet uitoreidings- plan te Leur, in eigendom toebehorende aan Mevr. Breso wsky-He erma van Toss. De voorzitter dee}t mede, dat vroegere raadsbesluitentot aan koop van dit perceel niet zijn goedgekeurd, aangezien de prijzen me overeenkwamen met die, welke waren vastgesteld door de Grondkamer en bet Prijzenbureau. Evenwel is er door de eigenaresse toestemming ge geven tot voorlopige ingebruikneming en is bet perceel al ten dele bebouwd De beer Yissers is van mening, dat men van tevoren dient te zorgen voor bouwterrein. Evenals met bet vorige punt van de agenda moet bij tot de conclusie komen, dat men achter de feiten aangaat. Indien men thans geen toestemming bad van de eigenaresse, dan zat men nu reeds in grote moeilijkbeden. Hij vraagt of bet niet mogelijk is om bouw^ rijóe grond in voorraad te hebben, waar men dan, zodra er plannen zijn direct°kan beginnen. Zo mogelijk kunnen er al wegen, zij bet dan ook onverbard, worden aangelegd. De voorzitter is bet met bet gezegde van de beer Vissers eens, en deelt mede, dat bet ook zeer zeker de bedoeling van burgemeester en wethouders is en dat er een streven is om voor te geraken, doen als men van de andere kant beziet, dat men nu reeds anderhalfjaar bezi& is met bet in banden krijgen van dit bewuste perceel, dan zal er nog heel wat gedaan moeten worden om voor te komen, zoals de beer Vissers bedoeUfc. Overeenkomstig bet voorstel van burgemeester en wethouders wordt ver volgens besloten tot voorlopige vaststelling van bet onteigeningsplan voor bet perceel sectie E nummer 2227. N. S. 17192 II

Raadsnotulen

Etten-Leur: 1936-1979 | 1954 | | pagina 87