88. Zo'n bedrijf hebben we niet en deze vaklieden zijn er ook niet. Tornado geeft hier straks slechts ten dele uitkomst, omdat hier grotendeels ongeschoolden zullen werken en de stempelmakerij maar beperkt blijft. Volgens het Arbeidsbureau zou er dus grote behoefte zijn aan een metaalbedrijf dat 20 vaklui meebracht en waarin ieder jaar een aantal ambachtsschool—jongens naar toe verwezen kon worden. Dan hebben we op het ogenblik te rekenen met een_ hoog—conjunctuurspiekBik bedrijf iian mensen gebruiken vooral jongens en meisjes. En juist cie oedrijven die meisjes en jongens te werk kunnen stellen of alleen die leeftijd gewoon zijn te werk te stellen jammeren het hardst. Hoe zal het zijn bij een aaiende conjunc tuur? Het is dus wel erg moeilijk om op dit moment ue zeggen of de grens is bereikt of nieoDaar komt bij dat'onze grote buurgemeenten -°reda en Roosendaal zich bliikb8.8,3? zorgen maken over de 0Hl3wikk6lirig in lieb ge— bied tussen die twee steden. Roosendaal zegu, Het is alleen de rijkspremie die het doet -Breda wijt net daar ook ten dele aan. Wat Etten betreft is het zeker niet ai_een de: premie die het doet. Er zijn fabrikantendie aan deze^premie slechts geringe waarde hechten, bigging, arbeidsmarkt, klimaat-, bestaande industrieën spelen een veel grotere rol bij de vestigings beslissing. Als Breda zegt: "Wij willen ons zelf blijven en niet te sterk uitgroeien, laat Oosterhout en^Etten maar industrialiseren"dan zeg ik: 'Wij willen ook onszelf blijven wij hebben geen aspiraties om fabrieksstad te worden, wij zouden graag dorp blijven maar dan gezond en welvarend," De stad heeft wel degelijk een taak ten opziende van de omgeving ook op het terrein van de werkgelegenheid. Zo gezien is het probleem geen probleem meer van Etten alleen of van Rucphen alleen. Het is een streek- probleem. Het is dan naar mijn mening ook tijd geworden dat Breda, Roosendaal, Etten, Oudenbosch, Rucphen, de provincie en Economische Zaken, het E.T.I. en Arbeids bureau aan tafel gaan zitten om dit punt te bespreken. Als het een streekbelang zou zijn, dat de rijkspre mie voor dit gebied werd opgeschort tot de zaak beter te overzien is dan is Etten thans bereid om daar aan mede te werken. De premie is zeker bedoeld als stimulans om industrie te trekken. De gemeenten dienen zelf het moment aan te geven waarop deze stimulans niet meer noodzakelijk is. Er zijn ook nog andere overwegingen die enige industrialisatie-rust gewenst maken. Op cultureel gebied zijn we nog hopeloos achter. Het Ministerie van Maatschappelijk werk praat genoeg maar er komt niets uit. De culturele ontwikkeling ligt hope loos achter bij de economische. Hrijgen we wat rust dan kunnen we daar nog eens meer op hameren. Op het gebied van de woningvoorziening is de achter stand bij de Economische ontwikkeling bijna dramatisch te noemen. Het is toch voor een kind duidelijk dat een dergelijke ontwikkeling op industrieel terrein ook wonin gen eist.

Raadsnotulen

Etten-Leur: 1936-1979 | 1954 | | pagina 151