J
79
neen waren zijn ingediend als bedoeld in artikel 32 van het reglement
van orde'voor de raadsvergaderingen behandeling van schriftelijk oij
de voorzitter ingediende vragen).
De voorzitter deelt mede, dat van het raadslid Aalbers is ingekomen een
schriftelijk gestelde vraag inhoudende inlichtingen te mogen vragen
over de woningkwestie van A. van Oers.
De voorzitter merkt echter op, dat aan de raad de bevoegdheid is gela
ten om hiervoor toestemming te geven. Hij geeft echter de raad/om hier
voor geen toestemming te geven, aangezien niet alleen de kwestie de vo
rige maal reeds in de raadsvergadering besproken is, cocn meer nog om
dat het hier een vroningkwestie betreft, waartoe uitsluitend burgemeesoe
en wethouders bevoegd zijn.
De heer Vissers is het hiermede eens en zegt dat reeds door de Hoge
Eaad is uitgemaakt, dat de raad niet bevoegd is om woningkwesties te
behandelen of te beoordelen. Hij stelt zich derhalve volkomen achter
het standpunt, dat burgemeester en wethouders thans innemen.
De heer Aalbers brengt naar voren, dat het hier helemaal geen woonruim
te kwestie betreft, maar dat hij opkomt voor een man, die steeds maar
weer opnieuw gemarteld wordt. Het is volgens spreker een gemeente-
schandaal". Hij verklaart verder, dat hij de zaak zal uitvechten dij
het departement van Sociale Zaken. 3
De voorzitter zegt nogmaals, dat het uitsluitend een Kwestie is, c.ie
burgemeester en wethouders te beoordelen hebben. Aangezien dit college
geen geheimen heeft voor de raad, zegt hij de vergadering- toe, dat ze
de volgende vergadering alle stukken over bovengenoemde kwestie ter in
zage kan krijgen.
Zonder hoofdelijke stemming besluit de raad verder om de heer Aalbers
geen toestemming te verlenen tot het stellen van vragen omtrent meer
genoemde kwestie. De heer Aalbers verklaarde tegen te stemmen.
Daar geen der leden verder nog het woord verlangt, sluit de vourzitter
onder dankzegging de vergadering, na het uitspreken, van het gebruikelijk
gebed.
Gelezen en goedgekeurd op 2g November 1954»
Voorzitter.
cretaris.