a i 66. teneinde dezelfde vraag van de Commissie voor de fi- narien, welke de heer van Reijen thans stelt, nader te onderzoeken. Persoonlijk heeft spreker dan ook een onderzoek ingesteld en is daarbij na overleg met de firmant tot de conclusie gekomen, dat het ten enen male onmogelijk is de beschikking over een gedeelte van de aan de industrie verhuurde ruimte te verkrij gen. Voorts meende spreker, dat het thans niet cor rect was om de naar hier getrokken industrie nu reeds in haar werkruimte te beknotten. Het gevaar dat de heer van Reijen zag, als zou de vestiging van deze industrie niet van langdurige aard zijn, achtte hij niet aanwezig, omdat de heer de Visser reeds naar een geschikte woonruimte alhier gevraagd had. Ook het bezwaar van de heer van Reijen, dat er in werkelijkheid minder candidaten voor de nieuwe school zouden zijn dan er op de ingediende lijst getekend hebben, sprak de voorzitter tegen. Volgens hem waren niet allen vermeld, die gegadigden waren. Al met al komt spreker tot deze vraag, dat alleen onderzocht mag worden of de aanvrage voldoet aan de desbetreffende bepalingen der wet. Zo zij hieraan voldoen, dan behoort de gevraagde medewerking gegeven te worden. Tenslotte merkt spreker op, dat we nog steeds niet zijn aan het einde van de werkverruiming in deze gemeente en daarom acht hij voor het scheppen van een gunstig klimaat voor de industrialisatie ban groot belang dat een dergelijk school gebouwd wordt. De heer van Reijen repliceert, dat hij niet tegen de medewerking is, doch alleen getracht heeft een goedkope oplossing aan de hand te doen, waarbij hij dan rekening houdt, dat het nog niet zo zeker is, dat de huidige industrie in deze gemeente gevestigd blijf De heer Verheijen vraagt in verband met het ant woord van de voorzitter, hoeveel mensen er uit Schie dam en hoeveel uit deze gemeente bij de N.V.Superieur te werkgesteld zullen worden. Voorts brengt de heer van Batenburg de wenselijkhei naar voren om de school voor de resterende schuld te verkopen, want het huidige gebchuw is behalve weigig fraai niet meer voldoende geschikt. Al wil hij hiermede niets ten opzichte van de hui dige industrie zeggen, aldus de voorzitter, het zou hem niet spijten, wanneer de school leeg zou komen. Op het ogenblik is ek meer vraag naar een beschik baar gebouw, dan de bereidwilligheid van de gemeente om een geschikt gebouw op te richten. Met het voorstel van de heer van Batenburg kan hij zich verenigen, omdat bij het bes hikbaar stellen van het huidige gebouw de restauratie-kosten dermate hoog zouden zijn, dat beter een nieuwe school gebouwd zou kunnen worden. Tot de heer Verheijen zegt de voor zitter, dat slechts 26 personen uit Schiedam en in aanvang 125 man uit Etten bij de N.V.Superieur te werk gesteld zullen worden. Later zal dit aantal van Etten nog worden opgevoerd tot 250, hetgeen voor de- ze gemeente niet onaanzienlijk zal zijn.

Raadsnotulen

Etten-Leur: 1936-1979 | 1951 | | pagina 89