den in plaats, doch door de aethergolven verenigd. En
groot is onze erkentelijkheid jegens de Minister van
Binnenlandse Zaken, die zo krachtens zijn positie in
het heden als krachtens de geschiedenis, meer dan
welke andere bewindsman ook de Minister der ge
meenten is, dat hij zijn woord tot al deze raden heeft
willen spreken.
De Nederlandse gemeenten, wij mogen het met
trots getuigen, hebben alle haar bijdrage geleverd tot
de ontwikkeling van het moderne Nederland. Haar
taak in onze dagen is moeilijk, gelijk die van de
Landsregering moeilijk is. Maar hoe moeilijker de
taak, hoe groter de aantrekkelijkheid om er zijn
krachten aan te geven. Hier van mijn voorzittersplaats
in de raad van Rotterdam, treft mij altijd weer de
spreuk, die in gulden letters op de voorzijde der pu
blieke tribune staat vermeld. „Audendo atque agendo
Res Romana crevitIk meen haar wat vrij te mogen
vertalen met de woorden: „Door stoutmoedig onder
nemen en krachtig handelen is de Romeinse Staat
groot geworden". Die spreuk moge een aansporing
zijn voor ons allen. Evengoed voor de gemeentelijke
bestuurder als voor hem, die een meer algemene ver
antwoordelijkheid torst. Wie haar voor ogen houdt,
zal met de Minister, die zoëven tot ons sprak, ge
dragen worden door vertrouwen in de toekomst van
ons volk.
Het jaar 1951 sluit een tijdperk van rijke gemeen
telijke werkzaamheid af. Moge Gods rijkste zegen
rusten op gemeentelijk en landsbestuur, in hun onder
linge samenwerking, ook in de nieuwe eeuw die
komen gaat.
16