m O1 O 53 S. 17192 Hij wil daarmede niet zeggen dat B en W roekeloos handelen. Het is een gevolg van de omstandfeheden. Kapitaals objecten dienen gefinancierd te worden door vaste leningen met een vastgesteld percentage, zodat we kunnen weten welkejlasten op het object drukken. Dit is thans niet net geval zoals nu de financiering wordt voorgesteld,Als de Bank van de Vereniging van Nederlandse gemeenten in staat is een dergelijk crediet te verlenen, dafy acht hij dit toch een verkeerde tactiek. Hij noemt de voorgesteld! handelwijze van B en W een verschuiven der moei lijkheden. Het sluiten van een rekening courant overeenkomst voor een half of een heel jaar met een of een |- percentage hoger dan een vaste geldlening kost de gemeente jaarlijks f,16,500,-.Opmdeze wijze varen we steeds in de mkst, De objecten waarèp in het voorstel wordt gedoeld, moeten echter worden gefinancierd. Als we dat niet doen krijgen we moeilijkheden. Doch dezefmoeilijkhedei hebben niet wij veroorzaakt doch zijn ontstaan door de politiek der regering. Deze heeft vastgehouden aan een laag rente type. Zij erkende dat dit fout was en heeft deze lage rente weer losgelaten, doch ook dit was niet vol te houden. Toen ontstond de eigenaardige figuur dat vrijwel iedere geldlening met een hoger rentepercentage mislukte. Hij is ervan overtuigd dat de gemeente geen vaste geldlening zal kunnen los krijgen, De vraag wordt nu gesteld: wat moet er gebeuren. Hij wil B en W niet in moei lijkheden brengen. Integendeel, Hij zou hen daaauit willen halen/VEou willen voorstellen dat B en naar den Haag gingen en zullen zeggen"niet wij, maar jullie zijn de schuld van onze moeilijkheden door de onverantwoordelijke regerings politiek". Hij wenst, dat deze noodtoestand door B en W in den Haag wordt besproken en hen verteld wordt, dat in deze gemeente het onderwijs in alle gelederen is bevorderd; industrie is aangetrokken en zich ook hier gevestigdheeft; huizen daarsronr zijn gebouwd, doch dat we door dit alles thans aan de grond zitten, en hen te verzoeken het ons mogelijk te maken dit alles te financieren. De heer van Batenburg merkt op dat deze kwestie ook is besproken in de commissie voor de financien en de voorzitter toen heeft toegezegd hiervoor een oplossing trachten te vinden. Overigens kan deze spteker zich geheel verenigen met hegeen de heer van eijen heeft gezegd. De Voorzitter: de gevonden oplossing is deze rekening courant De heer trimbergen acht de woningbouw zeer urjrgent en sluit zich daarom aan bij het voorstel van de heerban Hei jen deze moeilijkheden in den Haag te gaan bespreken. De heer Feskens zegt, dat hetgeen de heer van Hei jen naar voren bracht, aan B en W niet onbekend is. Hij vreest dat een bespreking in den Haag de uit voering der objecten zal vertragen hetgeen hij on verantwoordelijk vindt. Scholenbouw-industrie- woningbouw. Alles hangt nauw met elkaar samen. Dit alles moet betaald worden. Hij vindt het ge- gevaarlijk deze kwestie aan den Haag over te dragen.

Raadsnotulen

Etten-Leur: 1936-1979 | 1951 | | pagina 62