Wethouder ^eskens wil hieraan toevoegen dat schouwen niet afdoende"is. Met baggeren kan veel meer vuil worden uitgehaald. De heer van Vleuten vraagt hoe het staat met de plannen van de Gultuur Technische Dienst. De Voorzitter: De bestaande afvoer achter het St.Antonius gesticht zal gehandhaafd blijven, maar dan door overkluizing. De heer van Vleuten vindt een uitgave van f.10.000.- wel een verspilling, wanneer straks dit gedeelte wordt dicht gegooid. Hij vras.gt verder, of, wanneer se overkluizing komt, er toch nog gebaggerd dient te worden. De Voorzitter: ja. Ten slotte wordt met algemene stemmen een crediet beschikbaar gesteld van f.10,000 bestemd voor uitbaggeringswerken van een ge deelte van de Haven te Leur. 13.Nagekomen stukken. De Voorzitter doet voorlezing van door het lid P.J..van Batenburg ingediende schriftelijke vragen, luidende als volgt: I.In verband met de zeer slechte toestand van de gemeente woningen zou ik willen vragen wanneer deze worden opgeschilderd en de verdere onderhouds werkzaamheden worden verricht* Dit heb ik al meer gevraagd maar toen werd mede gedeeld dat er gewacht zou worden tot dat de nieuwe directeur was benoemd. Dit is zeer urgent en ik hoop dat dit spoedig zal gebeuren. De Voorzitter antwoordt hierop dat inderdaad met het opschilderen van de z.g.Sohaardenburg- woningen zal worden begonnen. Ook St.Willebrord komt hierbij aan de beurt. Wethouder Feskens voegt hieraan toe, dat een begin wordt gemaakt met 100 woningen en het wel mogelijk is dat hierbij nog enkele andere woningen te voegen. Ook de woningen in de Pastoor ^roesstraat zitten daaronder, hoewel niet allen. De heer van atenburg merkt op, dat de raamkozijnen van enkele woningen reeds in teeurige toestand verkeren. Hij dringt aan op spoedige uitvoering van het werk, waarbij hij aanbesteding prefeEEert zodat alle schilders naar het werk kunnen dingen. Wethouder Feskens zegt, dat het werk in percelen en in massa kan worden aanbesteed, waarbij Burgemeester en wethouders zullen kijken naar hetgeen het voordeligst is. De heer van Batenburg is het hiermede eens. Zijn bêdeeling is ook de kleine schilders een kans te geven, hetgeen bij aanbesteding in massa niet mogelijk is, daar dezen financieel niet in staat zijn grote vlerken aan te nemen.

Raadsnotulen

Etten-Leur: 1936-1979 | 1951 | | pagina 51