3e heer A.Brast stelt de vraagjof de benoeming van gemeente geneesheer nodig is. Destijds werd besloten de open gekomen plaatsen der drie gemeente geneesher€ niet meer aan te vullen en bij voorkomende gelegen heden, zoals de 3 maandelijkse inentingen tegen pokken, door de schoolarts te laten verrichten. De Voorzitter antwoordt, dat hem uit de gevoerde discussie is gebleken, dat hier een misterstand heerst. Het gaat hier n.l. niet zo zeer om de armenpraktijk. Dit instituut is in de laatste jaren geheel anders geworden, e werkzaamheden der gemeente geneesheren zijn de in laatste jaren tot nagenoeg nihil teruggelopen in verband met de ziekenfonds regeling, -aarom waren B en I aan vankelijk de mening toegedaan dat in den vervolge geen gemeente artsen meer nodig zouden zijn. Het gemeente personeel, dat nog voor vrije geneeskundige behandeling in aanmerking komt, wordt thans door hun eigen arts medisch ver zor ^waaroor de geneesheren worden gehonoreerd volgens het ziekenfondstarief. In de praktijk bleek dat een gemeente arts wel voor bepaalde gevallen aanwezig dient te zijn. b.v. voor armlastige patiënten die niet vallen onder de ziekenfond regeling; de 3 maandelijkse inentingen tegetren pokken. Bij de nieuw te benoemen gemeente arts werd geacht aan dr.Hermans, omdat deze die fubctie reeds jaren voor dr.Mol heeft uitgeoefend en het niet billijk zou zijn van zijn diensten geen gebruik meer te willen maken.Van de andere kanfe moet worden gezegd, dat niet meer dan een gemeente geneesheer nodig is.De mogelijkheid bestaat dat dr.Hermans binnen enkele jaren zich elders zal vestigen en wij dus niet aan hem gebonden zijn. Verder $s het hem bekend dat de dienst Volksgezond heid doende is met een nieuwe, landelijke regeling. Maar daarmede is de kwestie in de eigen gemeente nog niet opgelostPaarom hebben B en W gedacht ÉrzSRxsianas reeds een functionaris te moeten aan stellen. Wat betreft de binding van dr.Giesbers met de gemeente merkt hij op, dat aan deze om zijn vesti ging makkelijk te maken, de fubctie van armendokter werd aangeboden. Toen dr,Hamers de praktijk van dr.Giesbers overnam werd hij er op gemeaen dat de functie van gemeente geneesheer niet zou worden aangevuld, zodat met deze laatste geen binding met de gemeente werd gemaakt. JhrVerhfeijen merkt op, dat bij overname van de praktijk van dr.Mol deze reeds een assistent had. Zijn opvolger, dr.Hermans, verzorgt deze uitgebreide praktijk geheel alleen. Wanneer hij nu nog de armenpraktijk er bij neemt, moet het een of ander er onder lijden. Wil men routine en ervaring bij de benoeming doorslag laten geven, dan komt dr. Del Baere eerder in aanmerking. De Voorzitter: Over ervaring kan ik niet oordelen. Voor mij is het meer een continuering van een bestaande toestand. Door niet aanvulling der 3 open gevallen nlaatsen was de formele band met de

Raadsnotulen

Etten-Leur: 1936-1979 | 1951 | | pagina 48