c
<F
//O^
36
3e heer Jos.Luiikx noemt het een verheugend feit flat
0:M.K.
T:M.K.
Oollï^
bot uitbaggeren van de Haven is besloten.Ook hij is
van mening dat de Brandse vaart niet voldoende
geschouwd wordt en dringt eveneens aan op grondige
schouwing. Verder zegt hij dat de Vaart ook open
gemaakt moet worden. Zolang zulks niet geschiedt
geeft al het overige werk niets. Bovendien zul£ew
behoorlijke afrateringen pas helpen als de Vaart
goed open is.
De Voorzitter merkt op, dat deze kwestie enigszins
moeilijk is, in verband met het grote pntwaterings
plan. Hij stelt de vraag hoe het trace zal worden.
Het voorste gedeelte blijft gehandhaafd, zodat
daaraan gerust kan worden begonnen. Wat met de
rest zal gebeuren is nog een grote vraag.vandaar de
moeilijkheid tot het maken van plannen voor
schouwen en uitdiepen.
De heer van Steen vraagt of het kleine plan tain
uitbaggeren geen afbreuk zal doen aan het grote
plan£' voorbij de "zwaai" zit zeker zoveel vuil.
De Voorzitter: Neen. Dot is een kwestie van scheep-
vaartbelang, terwijl het andere afwatering betreft.
vraag 3.
De heer Dirven zegt over deze kwestie teeds te
zijn ingelicht. Hij heeft met wethouder Feskens
de stuk gereden wegen bekeken en toezegging gehad
dat deze in orde zullen worden gemaakt.
De heer Jos.Luiikx vraagt naar de plannen met de
wegschaaf,
De Voorzitter antwoordt dat daaromtrent nog niets
bekend is. Nog steeds is er geem gemeentebestuur
gevd&en dat mee wil doen. Wanneer de gemeente
hierin alleen staa^, is het niet rendabel.
Mogelijk dat in de volgende vergadering meer bekend
is en een definitief voorstel kan worden gedaan.
De volgende raadsvergadering wordt vastgesteld oo
Vrijdag 11 Mei 1951, 19 uur.
Geen der leden nog het woord verlangend sluit de
Voorzitter met het gebruikelijk geöed deze ver
gadering.
Gelezen en goedgekeurd, 11 Mei 1951.
De voorzitten,
mr.dr.Oh.J.M,A.van Rooy.
Bp «ecretaris,
C.Ndoijens.
N-s. 17192 1