fl Y. N-s. 17192 1 3 5 Vraag 1» Antwoord van de Voorzitter; Burgemeester en wet houders hebben gemeend tot dit voorstel te moeten komen, daar zij "in de veronderstelling waren dat de gemeente eigenaar was, en de raad, waar het hier om verhuren ging, hierin had te beslissen. Doch ook K.Evers meent eigenaar van deze gang te zijn en toonde officiële papieren hiervoor. Deze hebben B en W echter niet kunnen overtuigen. Daarom is een nader onderzoek ingesteld. B en W kunnen momenteel nog niet over de nodige gegegens beschikken Zodra deze bekend zijn, zullen zij de raad worden doorgegeven. De heer Dirven merkt op, dat het besluit wel ge- vallen is. üe gang is niet erg breed; gaat er nu nog 2 Meter af, dan wordt het een moeilijk verkeers punt. Het kost nu al veel moeite om te passeren wanneer er een auto staat. Hij zou willen voorstellen het reeds genomen besluit in te trekken. De Voorzitter; Wij wijn voornemens het besluit niet uit te voeren als de gemeente het beschikkingsrecht niet heeft. Moch de gemeente echter wel eigenaar zijn, dat zal het besluit niet worden uitgevoerd zonder de raad er in te kennen. fraag 2. De Voorzitter noemt de Haven en de Brandse Vaart de Iran zorgen-kinderen.van het Dagelijks Bestuur. Bij nader ogenschouw is gebleken dat schouwen zonder meer niet voldoende meer is. Daarom is besloten tot uitbaggeren van de Haven met een kleine baggermachine en wordt tevens het verzoek hierbij gedaan daaxvoor een crediet beschikbaar te stellen van f.5000.- te halen uit de Kapitaal Dienst. Wethouder Feskena meent dat de heer Dirven meer de Brandse "aart op het oog heeft en hij 2 maal schouwen per jaar, in het voorjaar grondig en in het najaar nog eens, noodzakelijk acht wil men opstèppea van de Vaart voorkomen. De heer Dirven zegt dat zulks inderdaad het geval is en hij met zijn vraag# de "randse Vaart beoogt. Het is niet mogelijk om met een baggermachine- zelfs niet met een kleine- in de Vaart te komen, ^aarom dient deze grondig geschouwd te worden. Het schouwen op de hogere gronden is in de laatste jaren heel goed gebeurd; daarover hèeft hij alle lof; doch op de lagere gronden gebeurt zulks nog steeds niet goed. Thans wordt het gras bovenop wat afgemaaid en uitgevist. Dat helpt echter niet,wanneer de wortel niet ais* wordt meegenomen. Hij bepleit nog maals een grondig schouwen van de Vaart. Voorts verklaart hij zeer tevreden te zijn met het plan om de Leurse Haven uit de baggeren. Wethouder Feskens merkt op, dat dit plan slechts een klein deel is van het grote uitbaggeringsplan hetwelk vanaf de zwaaifcx®g zal geschieden tot aan de xxn de spoorlijn. Hij vreest dan ook dat de gevraagde f.5000.- wat aan de lage kant zijn. De Voorzittee vraagt of de raad thans in principe wil besluiten op deze beslissing terug te komen wanneer meer geld blijkt nodig te zijn.^e vergaderin besluit hiertoe met algemene stemmen. Op de vraag^/ van de heer Dirven of met het werk spoedig kan worden t)egonnen antwoordt de voorzitter; zodra de goedkeuring van G.S. is verkregen. i

Raadsnotulen

Etten-Leur: 1936-1979 | 1951 | | pagina 42