O V) N-S. 17192 1 32 De heer van Rei jen wil hij als volgt antwoorden: Gaarne onderschrijft hij de opmerking dat in deze provincie meer coordinate moest komen. Ook de commissie voor de financien achtte dit zeer gewenst. Tot heden kwam deze echter nog niet tot stand. Zonder meer kan hij echter coördinatie op dit gebied ook weer niet van ganser harte toejuichen. Er bestaat dan grote kans dat de gemeente iets van zijn autonomie moet afstaan, iets waarvoor hij huiverig is. Hij wil echter met het provinciaal bestuur wel contact opnemen om over coördinatie in Brabants verband te spreken. Zolang deze echter nog niet bestaat moet iets van gemeente wege worden gedaan. Zou dit verzuimd worden, dan zou dit een grote fout zijn. Op de vraag van de heer van Rei jen of er eeeds een verzoek is ingekomen, antwoordt hij, dat het hem bekend is, dat de Stichting gaarne over eenèg geld zou willen beschikken. De opmerking van de heer van Rei jen, dat het niet goed zou zijn te veel niet-ingezetenen in de commissie te nemen, beantwoordt hij met de mede deling, dat daarom gedacht is aan een vrij uitge breid bestuur. Op de eerste plaats vertegenwoordigers van de standorganisaties. Hierdoor komen de beide wethouders in het bestuur, dethouder Pijs als vertegenwoordiger van de Boerenbond; de heer Feskens van de K.A.B, Ook de heer Buijs, directeur van het arbeids bureau, wil hij daarin opgenopèn zien, en verder verscheidene personen die door hun beroep, functie of persoonlijk contact en hun arbeid-e op een bepaald terrein nuttige adviezen kunnen geven» o.a. de heren van Poppel, van Liemt, van Zuidwijk, van Vleuten, Jhr.Verhei jen, Somers, L. de ^ruijn e.a. Omtrent de besteding: der gelden, waarop de heer van Reijen doelt, zegtyVdat de gemeente hierop toezicht uitoefent, dqpo* de Stichting rekening en verantwoording moet afleggen en dus geen uitgaven zal kunnen doen die niet door de beugel kunnen» Wel zal een scherpe scheiding dienen te worden gemaakt over wat der Stichting en wat der Overheid is. Zo zal de Stichting geen voorstellen aagen doen aangaande grondverkoop en de prijzen daarvan, De Stichting zalMwel contact mogen leggen tussen diverse industrien en het gemeentebestuur. De heer Aalbers zegt, dat, na hetgeen hij nu heeft vernomen, zich gedeeltelijk bij het voorstel van B en W kan aJinsluiten. Hij blijft echter bij zijn stahdpunt dat bij de Stichting ook een commissie uit de raad dient te worden gevoegd. De heer van Batenburg merkt op, dat in de commissie voor de financien is gesproken over de werkwijze der stichting. Spreker is in het bezit van een adresboek, waarin wel 2100 adressen van fabrieken in Nederland voorkomen. Als deze allefn dienen te worden aangeschreven zou dat veel werk betekenen waarvan hij weinig effect verwacht. Hij zou de Kamers van Koophandel inwillen schakelen. Bij deze instantie komt immers alles binnen»

Raadsnotulen

Etten-Leur: 1936-1979 | 1951 | | pagina 39