O
(T
31
Ook in de commissie voor de financien is gesuggereerd
door Het E.T.I propaganda te laten voeren door de
gehele provincie* Door Stichting Indfiistrieraad zou
gewezen moeten worden op de gunstige omstandigheden
lie Etten en eur biedt voor vestiging van industrie.
)ok andere gemeenten kunnen iets dergelijks laten
loen. De mogelijkheid is dan niet uitgesloten dat
Dngeveer gelijkluidende brieven voor verschillende
gemeenten de deur uit gaan. Voor mensen met se^euse
plannen wordt het dan moeilijk. Maar aangezien er
log geen coördinatie is, en er toch iets dient te
gebeuren ten aanzien van de industrie vestiging heeft
lij tegen het voorstel van Burgemeester en wethouders
geep bezwaar.
xegen de samenstelling en werkwijze der Stichting
leeft spreker echter wel enige desiderata,
lij vraagt: Is de Stichting er al? Wie hebben er
zitting in? Is er al een aanvrage ingekomen? Zo ja,
10e worden de gelden besteed? Welk vak heeft de
Stichting te bewerken? Gezorgd moet worden dat de
Stichting het werk van het gemeentebestuur niet
kruist. De Industrieraad dient propaganda te maken
doch moet zich onthouden van het doen van voorstellen
die op het terrein van het gemeentebestuur liggen.
Dat er enkele mensen buiten de gemeente aan de
Industrie raad worden toegevoegd kan spreker wel
goed vinden, doch hun aantal moet beperkt blijven
tot enkele personen, waarvan vast staat, dat zij
qua ambt of functie of persoonlijk contact er
in thuis horen.Werkt de IndStetrieraad in die
richting, dan heeft hij tegen toekennen der aange
vraagde gelden geen bezwaar. Hij wil zijn reeds
eepjder geuite woorden nogmaals onderstrepen dat
coordoninatie voor de provincie te verkiezen is
boven het propaganda actie van diverse gemeente
besturen afonderlijk.
De heer P.J. van ^atenburg kan zich in grote delen
met het gezegde van de heer van Rei jen verenigen.
De heer A. van Steen sluit zich aan öij de heer
Aalbers, en voelt voor een commissie uit de raad,
De heer O.M.Luiikx vraagt de aanjdacht voor oude
bestaande plaatselijke industrien. Of deze ook
kunnen worden geholpen bij eventuele uitbreiding.
Ook hierdoor zou een oplossing van de werkloosheid
kunnen worden gevonden.
De Voorzitter wil in eerste instantie de vragen van
de heer Aalbers beantwoorden.
De aanwezigheid van een Industrie raad is nood
zakelijk. Men is van oordeel dat een gemeente
bepaalde handelingen niet kan doen o.a. propaganda
maken. Het gemeentebestuur kan niet "de boer op
trekken" om zijn waren aan te prijzen en te verkopen.
Dat is beneden de waardigheid van de overheid.Dit is
ook de mening van het provinciaal bestuur} zou men
die weg willen bewandelen, dan zullen G.g. hun goed
keuring niet verlenen. Nu kan men over deze op
vatting van mening verschillen, maar zeker is het
dat het particulier initiatief in deze meer kan
doen dan de Overheid.Spreker versc^MLt naar zijn
mening met de heer Aalbers alleen, dat hij
de werkzaamheden aan de Industppraad wenst op te
dragen en de heer Aalbers aan de commissie uit de
raad.