4
1
J
^•S. 17192 1
15.
20. Voorstel van burgemeester en wethouders met advies
van de commissie voor de financien inzake aansluiting
bij de nieuwe gemeenschappelijke regeling voor Bouw-
Woning- en Welstandstoezicht te Breda.
Ofschoon dit voorstel materieel samenhangt met
en afhankelijk kan worden gesteld van de kwaxliteiten
van de nieuw te benoemen directeur, meent de voorzitte
het toch aan de orde te kunnetf J/bmdat er bij de candi-
daten voor de functie van directeur voldoende aanwe
zig zijn om een goede oplossing te verkrijgen.
Nadat de vraag van de heer Aalbers, of het de be
doeling is alleen voor welstandstoezicht aan te slui
ten, bevestigend beantwoord is, besluit de raad met
algemene stemmen overeenkomstig het voorstel.
21. Aangeboden worden de ontwerp-rekeningen
a. gemeentelijk grondbedrijf dienstjaar 194$.
b. gemeente-rekening, dienstjaar 1949
c. dienst gemente-werken, idem
i. gemeentelijk woningbedrijf, idem
e. gemeentelijk grondbedrijf, idem
f. instelling voor sociale hulpverlening, idem.
22. Voorstel van burgemeester en wethouders met advie
van de commissie voor de financien tot vaststelling va
6e wijziging gemeentebegroting 1951 en de 5e wijziging
van de begroting van het gemeentelijk woningbedrijf
1951, inzake verbetering van de vorderde woning van
VI. van Haperen.
Zonder dat een der leden het woord verlangt wordt
tot vaststelling van de aangeboden wijzigingen met
algemene stemmen besloten.
23. Overeenkomstig het voorstel van burgemeester en
wethouders met advies van de commissie voor de finan
cien wordt met algemene stemmen besloten tot verkoop
van een perceel grond in het uitbreidingsplan te Et-
ten ten behoeve van de woningbouw van de heer A.J.
van Esch.
24. Voorstel van burgemeester en wethèuders tot wijzi
ging van het uitbreidingsplan
a. plan in hoofdzaken, overeenkomstig het ontwerp
wordt het renvooi op het plan in hoofdzaken door de
raad met algemene stemmen gewijzigd;
b. plan in onderdelen, Korte Brugstraat Z-W
De voorzitter zet uiteen, dat dit plan een onderdee!
is van het plan in onderdelen van de kom Leur, doch
dat het college met dit voorstel meende te moeten
komen teneinde de woningbouw te Leur geen stagnatie
te doen ondervinden. Een verdere uiteenzetting in ver1
band met het afwateringskanaal acht hij niet nodig,
daar de onderhavige kwestie reeds meerdere malen
ter tafel is gebracht en thans nog in studie is bij
diverse instanties.
De heer Verheijen vraagt zich af of er geen andere
oplossing gevonden kan worden, nu door dit plan een
landbouwer en een tuinder in hun bestaansmogelijkheid
worden getroffen.
Ook de heer Dirven dringt aan voor het betreffende
geval een andere oplossing te vinden.