t 103 De Voorzitter stelt thans aan de orde: Het uitbreidingslan in onderdelen Deur. Historisch bekeken -aldus spreker- heeft dit plan een lange lijdensweg moeten afleggen. Het eerste plan kon geen genade vinden in verband met de handende ontwateringsplannen der provincie. Besloten werd toen dit gedeelte van Deur niet in behandeling te nemen.Wel lag hetin de bedoeling het zwaartepunt der uitbreiding van Etten te laten gaan in de richting Leur. Er werden toen plannen gemaakt naar de Oostzijde van Lgur, en wal langs de Kasteellaan en Vijfhuizenweg. !l Dit stuitte op bezwaren van het St.Antonius uesticht. Waar thans is gebleken dat deze bezwaren steekhoudend ziin in verband met de inrichting is het jammer dat destijds door het bestuur geen bezwaren werden ingediend tegen het thans nog vigerende uit breidingsplan. Nu dan ook de uitbreiding naar het westen wordt geplaatst meent het college van B en W aan het verzfcek van het gesticht om niet verder door te gaan aan de asteellaan te genu© et te moeten komen. Met de Cultuur Technische dienst en de provinciale waterstaat werd overeenstemming bereikt over de afwatering van de hoge gronden, welke door het westelijke, nieuwe plan moet lopen.Tevens had hij hoge verwachting van een rechtstreekse ver binding van Etten met Leur, welke weg ook door het nieuweplan komt te liggen. Een verkeersprobleem zou kunnen worden opgelost, daar dan de B.B.A. genegen zou zijn voor een regelmatige verbinding der twee dorpen, te zorgen.' De navolgende sprekers verlangen in eerste instantie r woord. heer J.W. van Reilen zegt dat ieder uitbreidings^ plan bezwaren met zéch medebrengt. Bij ieder plan zijn slachtoffers ten aanzien van grondverlies te betreuren. Over het plan Etten heeft hij niets willen zeggen. De ontwikkeling daatvan wil hij liever eerst afwachten. Doch ten aanzien van het plan Deur heeft hij ernstige bezwaren.Hierbij is volkomen rekening gehouden met de plannen van de Cultuur Technische dienst en de provincie ten aanzien van de afwatering der Brandse Vaart. Dit enorme werk acht hij volkomen onverantwoord en bovendien onnodig. Voor de aanleg van het af- wateringskaneel zal veel cultuurgrond nodig zijn terwijl door de aanwezigheid van dit kanaal aan liggende gronden inferieur zullen worden.Onlangs nog is gebleken dat de plannen der provincie, die zeer kostbaar zijn, onnodig zijn en voor de af watering der gronden op minder kostbare wijze kan worden gezoogd. In principe is spreker zeer tegen het aangeboden plan. De heer Dirven vraagt of de geprojecteerde gronden wel geschikt zijn voor huizenbouw! Haar zijn mening zijn deze te laag en zullen zij moeten worden opgehoogd, iets wat zeer kostbaar is.Hij vraagt zich af, of de gemeente dit wel betalen kan. Het ontwateringsplan noemt spreker een ramp en icht hij bovendien geheel onnodig.

Raadsnotulen

Etten-Leur: 1936-1979 | 1951 | | pagina 127