10J Allereerst wil hij de heer Aalbers zeggen, dat de uitdrukking als zou het Withof niet van enig sociaal- economische betekenis zijn, wel wat te sterk is. De inrichting stelt zich de laatste jaren ook open voor leerlingen uit de gemeente zelf waardoor de culturele binding wel toeneemt. Tot de mening, dat de economische betekenis niet zo groot is, is men gekomen na lezing van het bezwaar- zwaarschrift met toelichting van het St.Antonius gesticht te Leur. Vergeleken met deze laatste is die betekenis van het St.Joseph Instituut inderdaad veel zwakker, Van de andere kant bezien stelt spreker de vraag of het Instituut St.Joseph inderdaad met een eventuele onteigening der bedreigde percelen zo gedupeerd zal zijn als zij voorgeven. Hij is het eers met de heer Braat die zo juist heeft gezegd,dat bij een uitbreidingsplan dltijd gronden betrokken worden. Het uitbreidingsplan dient op de eerste plaats in zijn geheel bekeken te worden; bezien moet worden of het goed geprojecteerd is en de juiste plaatsen zijn aangewezen. Dan pas kan worden nagegaan wie gedupeerd worden en in welke mate. Dan komt de schadevergoedingsregeling er aan te pas. De heer Aalbers zegt nu wel dat we daaraan niet veel hebben, maar spreker is het hiermede in het geheel niet eens. Het is bekend, dat de gemeentebesturen het niet aan genaam vinden dat over het algemeen de rechterlijke nacht bij onteigenings uitspraken zich scharen aan de zijde der gedupeerden. De rechter houdt niet alleen rekening met de te verliezen gronden, maar ook met vele bijkomstigheden. De gemeente zelf kent naast de vergoeding uit te keren voor de gronden nog bedrijfs- en gewassenschade, met welke laatste uitkering zij nimmer "krenterig" is geweest. Haar zijn mening zijn de betrokken grondeigenaren van de Bisschop Molenstraat door dit plan niet zo zwaar getroffen; evenmin als het Withof«Boteendien is een grond-onteigening, dienende voor verbouw van veldgewassen veel gemakkelijker te dragen door een instelling als het Withof dan door een boer of tuinder. In eerste instantie dient een inrichting daarmede te worden belast. Hij kent tal van instel lingen die geen Meter grond bezitten, en toch goed renderen. Bovendien bereiken deze toch niet, dat de grond de maximum opbrengèt levert die een boer of tuinder er uit kan halen. Hij blijft bij zijn mening dat het Instituut St.Joseph niet in zijn bestaans mogelijkheden wordt aangetast. Wat het aangeboden ontwerp uitbreidingsplan betreft moet worden nagegaan of de kern aan de B.Molenstraat p-oed gelegen is in de totaliteit van het plan en zo er schade 'berokkend wordt of de vergoedingen voor de benodigde gronden voldoende zijn in verhouding tot de waarde van de grond en de eventuele bedrijfs schade. et voorliggende plan is in werkelijkheid de uitwerking van de wensen van de raad, zodat hij, nu de gehele raad daarin vooraf heeft meegesproken, het voorstel van de heer Aalbers tot het instellen van een commissie ten sterkste moet ontraden. 17192 1

Raadsnotulen

Etten-Leur: 1936-1979 | 1951 | | pagina 125