I *'s- 17192 85 Verder heeft hij de gedachte dat iemand d.S. f.2000.- heeft gespaard en met deze gelden wil in schrijven als hij daarmede de kans op een woning kan bekomen. Dat wil niet zeggen dat hij er een krijgt maar wel dat hij 1/10 kans daarop heeft bij loting' Spreker vraagt of dat zo erg is? Deze persoon heeft gespaardf heeft daarmede gehandeld in de geest zoals het moet. Zag n.l. door sparing te komen tot investering. Hierdoor heeft hij een goede daad ge steld voor de gemeenschap. Deze sparing zal vrucht dragen in de vorm van een woning. Daarom aoht hij het wenselijk dat deze goed daad beloond wordt door hem 1/10 kans te geven op een nieuwe woning. Wethouder Eeskens meent ook dat de heer Aalbers een verkeerde opvatting heeft ten aanzien van het voorstel van B en W.Spreker acht het voorstel een noodsprong. De gemeente heeft geen geld om huizen te bouwen. Ziet ook geen kans dit op de gebruikeliik* wijze (vaste geldleningen) te verkrijgen terwiil de woningnood zeer hoog is. Daarom acht hij het beter dat de gemeente 15 woningen krijgt ter toewijzing met het geld der ingezetenen, terwijl de overige 15 door loting worden toegewezen, dan helemaal geen woningen. Pa heer D.B. van Vleuten juicht het plan ewnneens van hartee toe.Ook hij kan de bezwaren van de heer Aalbers niet delen. De Voorzitter beantwoordt deze sprekersi in eerste instantie. Pe heer Aalbers merkt hij op dat diens medeling als zou in de commissie vergadering een besluit zijn genomen hem voor de vraag gesteld heeft, welk besluit? De onzet der vergadering was de stands organsiaties te peilen hoe deze tegenover de voorgenomen geld lening stonden. Ervaringen in andere gemeenten onge daan leerden, dat er niet veel animo was en het dus geen zin had om de plannen Ait te voeren. Daarom was gedacht de gevoelens der ingezetenen via hun organi saties te horen en zo deze aan de verwachtingen voldeden de raad te verzoeken hieraan medewerking te verlenen alsmede de leden der organisaties aan te sporfeB» op de geldlening in te schrijven. Spreker hoopt het misverstand bij de heer Aalbers hiermede uit de weg te hebben geruimd. Wat betreft de faciliteiten zegt hij hiertoe te zijn gekomen om de lening attractief te maken. Immers de meeste gelden gaan thans naar levens verzekeringen, of pensioenfondsden die aan«±rek" elij voorwaardeh kunnen geven. Daarom meenden B en W de atractie aan de lening te moeten verbinden van het verkrijgen van een kans af een woning bij inschrijving. Het is niet nodig dat men daartoe zelf geld heeft. De niets bezittenden moeten trachten personen te benaderen die wel over contanten be schikken; deze geldgevers mogen dan een gegadigde aanwijzen, verwacht wordt wel, dat degenen die inschrijven ook woningbehoeftig zijn. Spreker meent dat hij met deze toelichting de heer Aalbers voldoende heeft overtuigd.

Raadsnotulen

Etten-Leur: 1936-1979 | 1951 | | pagina 108