83
De Voorzitter antwoordt dat de beslissing werd
aangehouden in verband met het uitbreidingsplan.
Nu het standpunt ten aanzien van het uitbreidings
plan van G.S. is bepaald, kon de beslissing op het
besluit van de raad welke inhield grond aankoop
voor de aanleg van het industrie terrein Hoevense
weg thans ook worden genomen. Waar het industrie
terrein Hoevense weg de goedkeuring niet mocht ver
werven, dienen de voorlopige grondaankooen ongedaan
gmaafet te worden.
De heer Aalbers stelt voor het besluit pas in te
trekken tranneer de moeilijkheden welke hij ten aanzie:
der grondeigenaren verwacht, zijn opgelost.
De Voorzitter zegt geen moeilijkheden te verwachten.
Hierop besluit de raad met algemene stemmen conform
het voorstel van B en S tot intrekking van zijn
besluit dd. 30 Jan 1950behoudens dat de aankoop
der percelen grond sectie K 578 en 579» eigendom
van ^e vrouw Ver die sen— van Eekelei),» nader zal worden
bezien.
7e.Voorstel van Burgemeester en wethqpders met
advies der commissie voor de financien tot aankoop
van gronden ten behoeve van het industrie terrein.
Geen der leden verlangt hierover het woord te
voeren.
Met algemene stemmen wordt besloten tot aankoop
van het boerderijtje met verdere opstallen,^erf-
en landbouwgronden van M.Naalden, Dreef nr.25 te
Etten.
8e.Voorstel van Burgemeester en wethouders met
advies der commissie voor de financiën tot het aan
gaan van een huurkoop-overeenkomst en vaststelling vai
de daarop betrek ing hebbende begrotingswijziging
ten behoeve van de bouw van een industriehal en
woningbouw.
Ook dit voorstel ontnoet geen bedenkingen.
Met algemene stemmen wordt conform het voorstel van
B en W besloten en wordt een huurkoop overeenkomst
aangegaan met de firma van Voorden en de Hoog te
Rotterdam ten aanzien van de bouw van een fabriekshal
2 middenstands- en 4 woningwetwoningen.
9e.Voorstel van Burgemeester en wethQ,uders met
advies der commissie voor de financien tot het aan
gaan ener geldlening groot f.300.000. voor woning
bouw.
De heer Aalbers stelt de vraag hoe dit voorstel
tot stand is gekomen.
Hij heeft gelezen in het verslag der gehouden
vergadering van de diverse organisaties die tot een
bespreking met het gemeentebestuur waren uitgenodigd,
dat daarin besloten was om dit voorstel te doen.
Spreker kan zich met deze wijze van handelen niet
verenigen. Hij beschouwt zulks als een ingrijpen van
een staat in een staat. Hij acht de raad zelf
capabel genoeg om hierover een beslissing te nemen.
Dfaarom werd de raad daarin niet rechtstreeks gekend en
waarom moest dit organisatorisch geschieden, vraagt
hij.
